biekesblog


dinsdag 27 november 2012

Jarige kinderen en een beetje jarige ouders


Precies 7 jaar geleden liep ik nog onvast te waggelen als een gulzige en overjaarse gans, ongedurig wachtend op een verlossend teken. In mijn reusachtige buik een onbekende, zonder de minste haast om kennis te maken met ons, wij die voor lange tijd zijn leven zouden gaan bepalen.
Van rozig en gelukzalig genot had ik weinig gemerkt. Ik bleek geen modelzwangere. De absurde vermoeidheid halveerde mijn animo en hield me stevig in z’n greep. Het huis waar we nog maar net in woonden bleek geen thuis, maar een bastion van puin, stof en onvermoeibaar lawaai. Ik vond nergens rust. Niet in de bouwwerf die mijn woonst was, niet in mijn werk, dat zich situeerde in een rokerig hol waar wij, een stel gepassioneerde gekken, iets ambitieus en rock'n rolls uitprobeerden, of op luide concerten met nabeschouwingen tot een gat in de nacht, iets waar noch baby, noch mijn vermoeide, stramme lijf, zich bepaald opgetogen over toonden.
Op een grijze en historisch koude novemberavond, kwam het kind, zij het niet zo vlot en snel als gewenst, want ook op het vlak van mijn bevallingsvaardigheden bleek er ruimte voor verbetering.  Maar het kind kwam, onder overtuigend geroep en bloedstollend gehuil.
Het wonderlijke, gladde kind rook intens naar natte aarde en metaal, een verslavende geur die me nog maanden bleef achtervolgen en die ik zo graag nog een keer zou kunnen oproepen.
Het kind kwam niet alleen; wat meer was: het bleef. Dat was een hele schok. Niets of niemand had me terdege voorbereid op dat constante gevoel van overweldigende verantwoordelijkheid, dat heet in m’n nek ademde. Niets of niemand had me voorbereid op het volstrekt oncontroleerbare en eigenzinnige gevoel van verbondenheid, een soort ultieme verliefdheid die mij, rationeel en analytisch wezen, overviel zoals een woeste zeerover een visserssloep.
Zeven jaar al maakt het kind intussen deel uit van mijn leven. Dat doet hij op geheel eigen, vaak onvoorspelbare, soms ronduit onbegrijpelijke wijze. Hij is de spiegel waarin ik mezelf niet altijd even graag herken. Hij is de toekomst waarvan ik ooit geen deel meer zal uitmaken. Hij is mijn zaklamp wanneer het te donker wordt om de contouren van het leven te onderscheiden.
Niets is makkelijker geworden. Tijd en geduld zijn doorgaans schaars en vreten mekaar op. Maar altijd weer is er de liefde, elke ochtend en elke avond opnieuw. In dat onbeholpen, iele jongenslijf dat zich tegen me aan vlijt, in de brede voortandenloze grijns wanneer ik de deur openzwaai na een lange dag, in de overdaad aan fladderzoenen die we uitwisselen, in de ‘sorry na de storm, in de storm zelf.
Zeven jaar, ‘t is niets en ‘t is een eeuwigheid.

vrijdag 9 november 2012

Vrouwen en media...een bedenkelijk huwelijk?


De nationale vrouwendag blijkt zoals elk jaar weer de gelegenheid bij uitstek om zin en onzin over vrouwenrechten en sexisme te spuien.

Geen medium dat zich niet op de borst klopt en luidkeels verklaart vrouwenrechten ernstig te nemen.

Nu vindt een beetje weldenkende vrouw dat moeilijk te geloven wanneer ze neerbuigende prietpraat onder ogen krijgt waarin schaamteloos sexistische quotes mekaar verdringen. Alles mag en kan onder de noemer ‘opiniestuk’ of ‘column’.

 ‘Wil het IOC dat de helft van de deelneemsters op de Olympische Spelen vrouwen zijn? Het devalueert het sportieve niveau, want vrouwen kunnen daardoor zes keer makkelijker medailles winnen dan mannen, maar als het per se moet, vooral doen. Tenslotte hebben wij mannen in ónze Olympische Spelen van bij het begin aparte competities voorzien voor onze fysiologisch minder valide tegenvoetster. Paralympics binnen de Olympics, zeg maar. Beetje trager, beetje lager, beetje flauwer, maar soms mooier spektakel dan bij die sterkere mannen.’

Zo. Dat weten we dan ook weer, met dank aan De Standaard.
Zou die Hans Vandeweghe thuis iets tekort komen? Is de man wat eenzaam en verbitterd? Of is hij gewoon een kanjer van een macho en een zelfingenomen eikel? Wie zal het zeggen?

De Open VLD krijgt een nieuwe voorzitter. Dat wordt naar alle waarschijnlijkheid een vrouw. En dat is nieuws. Niet omdat de partij dringend aan een nieuwe voorziter toe was en de toekomst van de partij op het spel staat. Maar omdat een vrouw aan het roer vreemde reacties blijkt los te weken:

‘Als ik naar haar kijk, denk ik aan een plattelandsvrouw: thermoskan in de hand, naast het bietenveld.

Als ik haar hoor, denk ik: nou, Gwendo heeft toch meer van Hillary Clinton dan van Liesbeth Homans.

Wel lekker.’

Voor een genuanceerde brok vrouwvriendelijk proza kunnen we altijd rekenen op een grootmeester in het machopopulisme als Hugo Camps.

Laten we de beeldvorming op tv niet vergeten. Wat te denken van een minutenlange, net niet gënante lofzang op het talent en de schoonheid van een aanstormende jonge actrice terwijl rasacteur Bruno Vandenbroucke met z’n ongepolijste looks gewoon geweldig mag staan acteren zonder dat er iemand over zijn scheve, kale kop of z’n bierbuik begint. Wanneer krijgen we eens een topactrice te zien met vetrollen, rimpels, een haakneus, flaporen?
En dan de kers op de suikervrije taart: La Bryan, diva van niks, nontalent, rolmodel om van te huilen. En iedereen vindt het prima. ‘Ze is gewoon lekker zichzelf.’, zo klinkt het onder de mantel der liefde. Prima, wat mij betreft, maar kan ze die ‘zichzelf’ niet wat vaker voor zichzelf houden? Waarom moeten media meegaan in een verhaal dat er geen is en iemand op een voetstuk plaatsen die niets noemenswaardig kan, niets noemenswaardig te vertellen heeft en haar dagen slijt met de manicure van haar schoothond, shoppen en haar schokkend rijke wederhelft behagen. Je mag het toch niet gedroomd hebben dat alle tienermeisjes zich aan dit soort vrouw spiegelen? Dat alle tienerjongens denken dat dit het soort vrouw is waar ze achteraan moeten?
Komt er eindelijk  eens een einde aan de Astridiculisering van de media?

Verder kwam ik er vandaag achter dat er babyshampoo voor jongens (stoere piraten) en voor meisjes (prinsessen) bestaat. Mijn zoon is gek op roze en zou vast naar de prinsessenfles graaien. Gelukkig kopen we geen badkamertroep en blijft deze verscheurende keuze ons bespaard.
Ik leerde ook bij dat jongens en meisjes niet dezelfde woordjes horen te leren wanneer ze beginnen met lezen en schrijven. Gelukkig zijn er pientere firma’s die voor ons, onwetende ouders, hebben bedacht welke woordjes we aan onze zonen (piraat, brandweer, robot, auto, voetbal, …) en welke we aan onze dochters (prinses, pop, winkel, pony, schoen) dienen aan te leren. Je zal je maar vergissen en je kind levenslange schade berokkenen en zijn/haar genderidentiteit verstoren.

Enfin, alles gaat geweldig in vrouwenland. Gelijke rechten? Al laaaaang in the pocket. Sexisme? een randverschijnsel. Nergens voor nodig, al dat feministisch gezwets.