biekesblog


donderdag 21 februari 2013

De sokken van Bernard Dewulf


Gelukkig ben ik gezegend met een lage bloeddruk. Ik struikel namelijk met ergerlijke regelmaat over weetjes en meninkjes die mijn bloeddruk gevaarlijk de hoogte in jagen. Een leven als kluizenaar klinkt bij wijlen bijzonder aanlokkelijk, ware het niet dat een mens zo moeilijk aan blauwe Chimay en chocolade geraakt in zo’n heremietenhol.

Vandaag las ik volgend verbijsterende nieuwsfeit:
Een Belgisch ex-economieredacteur die 80 vrouwen misbruikte in Marokko heeft vandaag zijn straf gekregen. De vrouwen hebben wegens "pornografie" - want er werden foto's gemaakt - een straf gekregen van 1 jaar cel en 300 euro boete. Sommigen onder hen pleegden zelfmoord uit schaamte. De CD-rom met beelden circuleert al 10 jaar in Egypte.
De man is veroordeeld tot 18 maand, volledig met uitstel.
Ik verzin het niet. 

Diezelfde week vertelde een vriendin me het verhaal van de tienerdochter van een kennis. Het meisje wordt al maanden gestalkt, bedreigd, zwartgemaakt door een ex-liefje en zijn vrienden. Omdat zij het uitmaakte spuiten de kereltjes op de schoolmuren dat ze een slet is, steken ze haar fietsbanden stuk, wachten ze haar op aan de schoolpoort om haar te bedreigen en uit te schelden en sturen ze haar dagelijk tientallen smerige sms-berichten. De politie kan niets doen, zo melden ze. Er is geen strafbaar feit gepleegd. Dus slaapt zij niet meer en slijt haar dagen in angst.

Wanneer ik ‘s ochtends naar mijn werk wandel word ik geconfronteerd met tientallen halfnaakte en opzichtig opgemaakte meisjes en vrouwen die zich lusteloos te koop aanbieden aan de mannen die kwijlend voorbij hun ramen wandelen, de meisjes ongeneerd keurend zoals een chef-kok een stuk vlees op de vroegmarkt; elke dag opnieuw, alsof mannen een universeel en grondwettelijk recht hebben op seks, overal en altijd, en liefst meteen. Dat de prostitutie-sector stijf staat (pun intended) van onrecht, uitbuiting en geweld en net daarom indruist tegen menig mensenrecht, dat lijkt er weinig toe te doen.

Bernard Dewulf, een begenadigd schrijver die ik bewonder om zijn ingetogen en dichterlijke stijl, liet zich onlangs in De Standaard ontvallen dat hij zich mateloos ergerde aan al dat hooggravende feminisme, aan die “betweterige wijven” die zich meenden te moeten uitspreken over wie bij hem thuis de vaat doet. Hij werd in zijn woede gretig bijgetreden door heel wat mensen die menen te weten wat feministes bezighoudt.

Beste Bernard Dewulf, u dwaalt, niet mijlen, maar lichtjaren ver van huis, als u denkt dat het feministes kan schelen wie er bij u thuis de vuilnisbak buitenzet. Dat het ons wakker houdt wie er in uw gezin het meeste verdient of wie er uw kinderen van school haalt.
Wat mij en menig andere zelfverklaard feministe uit de welverdiende slaap houdt is de minachting die de samenleving tentoonspreidt ten aanzien van vrouwen. Hoe aardig we dat misprijzen ook maskeren achter dikke lagen pseudo-vrouwvriendelijkheid, in de vorm van GAS-boetes en voorstellen voor quota, het is en blijft misprijzen en het tast ons allemaal aan.

Sneren naar ambitieuze vrouwen en hen wegzetten als bitchy en manwijf, maar hen wel eerst de vraag stellen of ze een kinderwens hebben alvorens ze die begeerde promotie krijgen.
Niets doen aan het plaatsgebrek in de kinderopvang en oncompatibele school- en werkuren, maar wel mekkeren dat vrouwen allemaal voltijds aan de slag moeten.
Een voorstel tot verlenging van het bevallingsverlof wegstemmen, maar wel klagen dat vrouwen veelal deeltijds werken.
Campagnes opzetten over interfamiliaal geweld, maar verkrachters massaal op vrije voeten laten lopen.
Meisjes oproepen om te kiezen voor technische richtingen, maar geen jongens naar de onderbemande zorgsector lokken.

De dag waarop het huisvuil en de vuile sokken van Bernard Dewulf onze voornaamste strijdpunten blijken te zijn omdat al de rest van de baan is, zal ik me met plezier en in hoogst eigen persoon ten huize Dewulf aanmelden om voornoemde sokken te wassen, de handen nederig in een teiltje grauw sop.

Feminisme is geen vrouwenzaak, maar een kwestie van respect.






zaterdag 2 februari 2013

Verloedering of verandering?


Het is een terugkerend fenomeen: om de zoveel tijd wordt er gul gestrooid met termen als verloedering, wanneer we het over ons onderwijs hebben. Het lijkt wel alsof de teloorgang van de menselijke soort en ontwikkeling achter elke straathoek loert.
De strijd wordt uitgevochten alsof er maar twee rivalen zijn: vaardigheden enerzijds, kennis in de andere hoek van de ring. Een vaardigheid is het vermogen om een handeling uit te voeren of een probleem op te lossen. Jezelf vlot kunnen uitdrukken is een vaardigheid. De essentie uit een tekst of betoog kunnen halen is er ook een. 
Dat vaardigheid en kennis idealiter samengaan als yin en yang, dat klinkt vanzelfsprekend, maar dat is het allerminst.

Kennis, ‘algemene kennis’ om precies te zijn, wordt maar al te graag en gretig omschreven. Enige consensus lijkt echter verder af dan ooit. Wat is nu eigenlijk ‘algemene kennis’, Wanneer is iets algemeen? Wanneer is bepaalde kennis essentieel? En bestaat dat eigenlijk wel, algemene kennis die voor iedereen even essentieel is? Heeft het ooit bestaan? Is het een realistische verwachting dat we iedereen dezelfde basiskennis kunnen meegeven wanneer we er niet in slagen om een consensus te bereiken over wat nu echt algemene en dus essentiële kennis is?

Het debat laaide hoog op de afgelopen weken, toen bleek dat – oh onthutsende ontdekking – onze aspirant-leerkrachten Kris Peeters niet herkenden en de Atlantische Oceaan niet wisten liggen.
Hele essays werden er bijeengepend over het heikele thema. Kranten en tijdschriften stonden er bol van.
Met een vergrootglas baande ik me een weg doorheen de wildgroei aan argumenten en meningen omtrent onderwijs en kennis, op zoek naar dat ene woord, waar elk leren onlosmakelijk mee verbonden is: motivatie. Het stond er nergens.
Ik vind het bizar. Moord en brand schreeuwen dat ze niks meer weten, onze verloren jeugd, maar vervolgens niet ernstig onderzoeken hoe dat komt.

Het ligt voor de hand om te roepen dat het onderwijs en de leerplannen an sich gewoon tekort schieten. Alsof leraars Aardrijkskunde abrupt zijn gestopt met aan hun pupillen tonen welke de zeeën en oceanen zijn en waar die zich bevinden op de wereldkaart. Alsof leerkrachten P.A.V. en maatschappijleer niet uren, dagen, weken bezig zijn met Het Nieuws analyseren samen met hun leerlingen, met de structuur van België voor hen uittekenen. Alsof iemand stiekem gniffelend de leerplannen verscheurde en ze verving door de lezersrubriek van Joepie. Dat gelooft toch geen weldenkend mens?
Wie het onderwijs van dichtbij meemaakt(e) zal het erover eens zijn dat er niet zo bijster veel veranderd is in de aanpak van het onderwijzend personeel. Oceanen, hoofdsteden en namen van ministers uit het hoofd leren behoort nog steeds tot de reguliere onderwijsgebruiken.
Veel onderwijscommentatoren hebben volgens mij in geen tijden een klaslokaal, een leraarskamer, laat staan een leerling van dichtbij gezien.

Wat maar weinigen in het debat durven gooien is dit: het maakt niet uit hoeveel leerstof en kennis je in de hoofden van kinderen probeert te proppen. Niets garandeert je dat die kennis daar ook blijft zitten, ergens in een makkelijk te vinden hoekje, instant toepasbaar. De waarheid is dat je kinderen niet zomaar meer wijsmaakt dat je de waarheid en de wijsheid in pacht hebt, dat je ze niet langer zomaar overtuigt van het belang van wat je ze vertelt. Waarom zouden ze geloven dat ze zonder een degelijke kennis van het Frans echt verloren zijn terwijl ze vaststellen dat de hele wereld Engels spreekt? Waarom zouden ze aannemen dat het belangrijk is om Afghanistan te kunnen aanduiden op een blinde kaart terwijl hun eigen ouders niet eens weten waar dat ligt en toch een normaal leven leiden? Waarom zouden ze geloven dat een goed diploma hen een degelijke en vaste job zal opleveren terwijl ze overal om zich heen het tegenovergestelde zien?

Motivatie is een doorslaggevende factor voor elk leerproces. Motivatie gaat over de wil om een doel te bereiken. Het soort motivatie dat de grootste slaagkans biedt komt van binnenuit (intrinsieke motivatie) Het leren is dan een doel op zich. De motivatie om te leren ontstaat idealiter vanuit een behoefte tot zelfontplooïng. Uit heel wat ernstig onderzoek naar intrinsieke motivatie en leren blijkt dat het leerrendement in die gevallen hoog is en gepaard gaat met plezier en voldoening. Wie leert vanuit een dergelijke motivatie onthoudt de leerstof veel langer en verwerkt ze beter en efficiënter.
Extrinsieke motivatie, het motiveren met punten of een bepaalde beloning, blijkt tot veel oppervlakkiger en kortstondiger kennis te leiden. Leerlingen leren massaal uit het hoofd dat Bagdad de hoofdstad van Irak is, reproduceren het weetje op het examen, om het vervolgens zo snel mogelijk weer te vergeten.

Terug naar de ‘schokkende’ vaststellingen aangaande de ‘algemene’ kennis van ons onderwijzend personeel in de dop. In plaats van te besluiten dat bepaalde leerstof niet meer wordt meegegeven – wat pertinent onwaar is – zou men er goed aan doen om de motivatie die zich verschuilt achter het leren eens van dichterbij te bestuderen, om eens terug te keren naar de basis van leren en exploreren, een oerdrang van de mens. Elk kind, elk mens wil leren wat hij of zij nodig heeft om volwaardig te functioneren in zijn of haar omgeving. Dat kinderen enkel leren onder dwang is nog nooit bewezen en maar al te vaak tegengesproken door ervaringen en onderzoek allerhande. 

Drillen werkt. Alleen ‘vergeet’ men er bij te vertellen dat het enkel op korte termijn werkt en vaak ten koste gaat van heel wat andere dingen zoals leren kritisch denken, leren verbanden leggen, leren redeneren en argumenteren, leren communiceren, maar vooral, van de zin om te leren en de voldoening die daar uit resulteert.