biekesblog


maandag 26 april 2021

Levensdrift

 Today 126 years ago Léon Houa won the first Liège–Bastogne–Liège -  CyclingRanking.com

De oudste zijn leidt zelden tot afgunst, behalve wanneer je een wielerwedstrijd bent. In de koers strekt geschiedenis tot eer.

De allereerste Luik-Bastenaken-Luik werd gereden in 1892, toen de fiets een prille en opwindende uitvinding was.

De Belgische bokser Léon Houa zou de drie eerste edities van de amateurwedstrijd winnen. 10u en 48 minuten was Houa onderweg, van Luik naar Bastenaken en via omslachtige en steile omwegen terug naar Luik. 250 km aan een gemiddelde snelheid van 23,32 km/u. Dat zegt niets over de fysieke kwaliteiten van Houa en de 16 andere renners die Luik haalden, maar alles over de technische evolutie van de fiets. In de race om snelheid zou de populaire fiets het al snel moeten afleggen tegen de auto. Uitgerekend snelheid en auto’s zouden Léon fataal worden. In 1912 werd hij testpiloot voor Renault. In 1918, nog voor het einde van de Groote Oorlog, botste Léon tijdens de Ronde van België voor auto’s tegen een paar grote opslagvaten. Hij zou de klap niet overleven.

 

De vrouwen moeten het doorgaans met wat minder geschiedenis stellen en reden dit jaar hun vijfde editie. Een wedstrijd met de maturiteit van een kleuter, maar ook de allerlaatste Doyenne voor Anna van der Breggen, misschien wel de beste wielrenner ter wereld, die dit seizoen haar afscheidstournée afwerkt.

Op la Roche-aux-Faucons of de Valkenrots moet het gebeuren, zo gebieden de ongeschreven wetten van Luik-Bastenaken-Luik.

De valk is de snelste vogel ter wereld: met een snelheid van meer dan 300 km/u stort hij zich naar beneden om in de vlucht een prooi te grijpen. Vallen of crashen doen valken niet.  Gracieus glijdend als een valk wierp Anna zich van de rots, de keure van het peloton klapperwiekend achter zich aan. Ze regelde haar nalatenschap zoals alleen de allergrootsten dat kunnen, in schoonheid, stijl en generositeit. Demi Vollering, haar eerste klassieker op zak, moest er zowaar van huilen. Ik weet dat ik elke koersdag zonder Anna met weemoed aan haar zal denken. 

 

Ook de allerlaatste klassieker van het seizoen stemt mij doorgaans wat weemoedig. Heimwee naar wat nog niet voorbij is: daar zou een woord voor moeten bestaan. Het besef dat er in oktober een extra herfstklassieker wacht deed wonderen voor mijn gemoed. Renners zien lossen op La Redoute is fijner zonder hartzeer, net als staren naar een kopgroep met een 41-jarige en een 22-jarige. In tegenstelling tot Anna van der Breggen, was de jarige Alejandro Valverde niet bezig met afscheid nemen, noch met rijden voor een ander, een weekhartigheid waar hij zich nooit aan heeft bezondigd. De kwieke 41-jarige liet zich ringeloren als een nieuweling. De 22-jarige vloerde de rest gezwind en won na de Tour z’n eerste monument. Ik hoopte dat er toch een taart zou klaarstaan voor Valverde, eentje met smurfblauw glazuur.

 

Eén zwaluw maakt de lente niet. Eén koersvoorjaar wel. Zoveel gezien en beleefd, zoveel om te onthouden: gedoodverfde winnaars die strijdend ten onder gingen; over het hoofd geziene renners die schreeuwend zegevierden, amper meerderjarige snotneuzen zien huppelen en dansen op de pedalen, pensioengerechtigden in de frontlinie; wind en waaiers; vals positieve testen; kasseistroken zonder uitzinnige mensenzee; fotofinishes voor gevorderden; boekhoudersploegen in de aanval; aanvallersploegen in crisis; dom gepoker; slim gepoker; nieuwe regels; stomme regels. Niets ging zoals gepland en iedereen bleef leven.

 

Nu voorwaarts, richting Turijn, waar op 8 mei de mooiste grote ronde start. De Piazza del Campo in Sienna; Ravenna; de Zoncolan en de Passo Pardoi; een snoepjesroze trui; de comeback van Remco het wonderkind: zoveel Giro om naar te verlangen.

Ook nu weer zullen wij ons compleet verliezen in verwachting; zullen we ontgoocheld zijn als Remco niet minstens een etappe wint én de top tien haalt; zullen we zeuren over onnozele sancties, onbegrijpelijke tactiek, obstakels op de weg, lelijke truitjes en niet gegrepen kansen. Zolang wij niet bruisend kunnen leven, is er goddank bruisende koers. Wat ben ik dankbaar voor zoveel ongeremde levensdrift op twee wielen. 

maandag 19 april 2021

Van Raas tot Wout

 Vader Mauri Vansevenant begrijpt het niet: "Ik zit met grote ogen te  kijken, hier is geen verklaring voor" | Wielerkrant.be

Ik herinner me nog mijn ontgoocheling toen ik vernam dat De Amstel Gold Race niet naar de rivier in het zuiden van Noord-Holland, maar naar een matig biermerk was genoemd. De wedstrijd zelf kon me niet zo boeien. Maar een van mijn vroegste koersherinneringen heet Jan Raas, een nukkige en contraire Zeeuwse coureur die maar liefst vijf keer heerste in de Limburgse heuvels. Zo’n stugge zwijger waar je slechts met moeite voor kon juichen, maar die des te meer tot de verbeelding sprak.

Minder tot de verbeelding sprak het parcours van deze corona-editie: een veredeld criterium, slechts de moeite van het kijken waard omwille van een oogverblindend deelnemersveld, al is elke koers die überhaupt gereden wordt pure winst in deze tijd.

 

Wie de race bij de vrouwen wilde zien moest niet alleen de wekker zetten, maar ook op slinkse wijze geografische beperkingen omzeilen, aangezien enkel de NOS de wedstrijd integraal streamde voor een exclusief Nederlands publiek. Doodzonde, zeker gezien het ongeduld en de gretigheid waarmee het peloton ten strijde trok. Na 7 rondjes vuurwerk vinkte Marianne Vos een vakje af op haar bijna volle Bingo-kaart. Als Vos wint klopt mijn hart altijd een slagje sneller. Soms, wanneer ik wild dagdroom, stel ik me voor dat ik Marianne Vos ben en bij elke pedaalslag geschiedenis schrijf.

 

Dat er daarna uren tijd zou zijn voor een koersdutje en een lijst uitgestelde huiselijke klussen had ik graag op voorhand geweten, maar koers laat zich niet voorspellen. Twee weken hadden wij uitgekeken naar de Limburgse avonturen van de geelzwarte tweekoppige draak Roglic/van Aert. Ik vroeg me af hoe bovengemiddeld zenuwslopend het moest zijn om de beste renner ter wereld voor je te zien ploeteren, gaatjes te zien dichten, vluchters te zien oprapen als bundeltjes vuile was. De beste renner ter wereld ontgoochelde niet en zwoegde zich in het zweet voor Wout. Tot Primoz lek reed op het slechtst denkbare moment. Ik hoopte maar dat Primoz minstens een paar Vlaamse harten had veroverd.

 

Mijn held van de dag heette echter niet Primoz of Wout, maar Mauri, Een wonderlijk wiebelig verschijnsel op wielen, boerenzoon op speed, immer laverend tussen leeuwen- en overmoed, het soort roestvrije coureur die door geen malheur of tegenspoed te stuiten valt. Het is onmogelijk om niet instant van Mauri te houden. Mauri Van Sevenant fietste als een vader die met z’n doodbloedende kind naar de spoed rijdt. Winnen zou hij niet, maar dat was bijzaak. En dan te bedenken dat we nog zo’n slordige 15 jaar naar Mauri mogen kijken: wat een geschenk.

 

De slaapverwekkende saaiheid van driekwart Amstel Gold Race werd ruimschoots gecompenseerd door het soort fotofinish die trending is. Zenuwslopende minuten gingen voorbij voor wij luidop “Wout!” durfden roepen, zij het aarzelend, gezien het haardunne verschil met die

belachelijk getalenteerde snotneus van een Pidcock, die wel vaker in de weg rijdt. Zelf was ik vooral blij dat Primoz zich niet voor niets had opgeofferd en dat Wout dus gerust zou kunnen slapen. Danku Primoz.

maandag 5 april 2021

Ritueel

 Paterberg - Kluisbergen, Belgium | Landschappen, Herfst landschap,  Fotografie

De Ronde van Vlaanderen ontvouwt zich jaarlijks als een langgerekt ritueel in verschillende onontbeerlijke stadia.  Een hele week lang maakt Vlaanderen zich anticiperend druk over de belangrijkste feestdag van het jaar, een dag waarop naar goede gewoonte schijnbaar oeverloos wordt voorbeschouwd. 

De religieuze, ordenende, louterende en verheffende rol van rituelen in de samenleving wordt schromelijk onderschat. 

Om het Ronderitueel kracht en overtuiging bij te zetten luisteren wij naar ervaren waarzeggers op televisie, die dagenlang dezelfde vraag herkauwen. Om die hamvraag te beantwoorden baseren zij zich op voortekenen en signalen die enkel zij kunnen lezen omdat zij, uitverkorenen, in contact staan met bovennatuurlijke krachten en heidense wielergoden.

 

In het vroegchristelijke Europa werd waarzeggerij als een zonde beschouwd. Beoefenaars werden vervolgd en gestraft voor hekserij en zwarte magie. 

Hedendaagse koerswaarzeggers heten genoeglijk Eddy, Bram, Tom of Dirk en verpakken hun voorspellingen in schijnbaar onweerlegbare analyses van recente momenten. Het moment waarop Wout moest lossen. Het moment waarop Mathieu niet mee kon. Het moment waarop Greg niet meereed. De sprint van Marianne. Momenten die aan elkaar worden geregen als kralen aan een gebedskrans.

 

De Ronde is een rozenkransgebed dat we uit het hoofd kennen en prevelend opzeggen: Lippenhovestraat, Paddestraat, Katteberg, Oude Kwaremont, Kortekeer, Eikenberg, Wolvenberg, Holleweg, Molenberg, Berendries, Valkenberg, Kanarieberg, Oude Kwaremont; Paterberg, Koppenberg, Mariaborrestraat, Steenbeekdries, Taaienberg, Kruisberg, Hotond, Oude Kwaremont, Paterberg, Minderbroedersstraat. Amen.

Ook zonder luid brullende mensenmassa die zich opent als de Rode Zee voor Mozes; ook wanneer het peloton zich eenzaam en onaangemoedigd langs onooglijke steenwegen, brutale kasseistroken en verknoeide verkavelingen slingert, houden wij vast aan het ritueel, aan het gebed.

 

De 254 slopende kilometers tussen Antwerpen en Oudenaarde lagen bezaaid met onfortuinlijke voorvallen. Het robbertje vechten tussen Otto Vergaerde en Jevgeni Fjodorov. De monstervalpartij van een half peloton. De ongelukkig weggemikte bidon van Michael Schär. De vurig gehate wedstrijdjury, een constructie die vooral in het leven werd geroepen om wielerfans te verenigen in gedeelde verontwaardiging. De allerlaatste wedstrijd van Maarten Wynants die roemloos afscheid nam. De hopeloos slecht getimede materiaalpech van Lotte Kopecky. Wat viel er veel te vervloeken.

Verrassend fortuinlijk was dan weer het feit dat Sep Vanmarcke, eeuwig vallende antiheld der Vlaamse kasseien, recht op z’n fiets bleef zitten, een voorteken van formaat.

 

Na alle stellige en twijfelende voorspellingen viel enkel te voorspellen dat niets zou lopen zoals voorspeld. En zo geschiedde. Kansloze Kasper Asgreen had lak aan heilige drievuldigheden, lokale preferenties en wenselijke uitkomsten. Niet Wout, voor wie Vlaanderen collectief uit de sofa wilde springen, maar een Deense hardrijder waarvan niemand wist dat hij kon sprinten, liet de vermeend onoverwinnelijke van der Poel achter voor de meet, een gebeuren waar niemand behalve hijzelf rekening mee had gehouden. Niemand, behalve de waarzeggers, die achteraf beweerden niet verrast te zijn door deze grillige speling van het lot. Meer nog dan de kunst van het voorspellen beheersen zij de kunst van het hineininterprieteren, een discipline die bovengemiddeld veel mentale soepelheid en zelfvertrouwen vereist.

 

En toen, na eindeloos herhaalde verklaringen over de stralende toekomst van de gouden jeugd en de onvermijdelijke teloorgang van de dertig-plussers, liet de achtendertigjarige Annemiek Van Vleuten alle andere favorieten achter zich op de gemene Paterberg, om tien jaar na haar eerste Rondezege opnieuw te heersen in Vlaanderen. Ooit zal ook Annemiek overwinnelijk blijken, maar voorlopig nog even niet.

 

Winnen of verliezen, vriezen of dooien, heersen of ten onder gaan zijn au fond bijzaak in de koers. Niet zozeer wat je doet, maar hoe je het doet bepaalt je status en je aura, hoe je de geschiedenis ingaat. Winnen kunnen er velen. Verliezen kan iedereen. Groots verliezen en gul winnen zijn kunsten die slechts weinigen beheersen.

Alle praat na de vaak en achterafanalyses vervielen bij het droge en eerlijke commentaar van de twee grote verliezers. Ze waren niet goed genoeg. Meer viel er niet over te zeggen.

De stralende Van Vleuten, die strikt genomen geen ploeg nodig heeft, bedankte haar nieuwe team, ook al was dat in geen velden of wegen te bespeuren geweest terwijl zij voorin zat te ploeteren. 

 

Het grootste wonder van allemaal was evenwel de Ronde zelf: heilig ritueel; onverstoorbaar en onverzettellijk als het weer; onoverwinnelijk als natuurkracht.