Het nadeel van een belachelijke voorraad talent is dat we achter het talent soms de mens niet zien. Als een bulldozer met een onuitputtelijke tank benzine stormde hij een paar weken geleden het veld in. De schrik van crossend Vlaanderen trok een spoor door de modder dat niemand volgen kon, alle ronkende verklaringen ten spijt. Dat hij zich niet top voelde, verklaarde hij na de eerste zege. Wat moet dat doen met de routineus bij elkaar geveegde tegenstand: de glorieuze overwinnaar horen verklaren dat hij “niet top” was?
Wat volgde was voorspelbaarder dan een aflevering van FC De Kampioenen. Crossdagen werden herleid tot “even Van der Poel zien winnen”, volgens dezelfde wetmatigheid als die waarmee elke nacht weer dag wordt, en de seizoenen elkaar opvolgen. Hij start, hij rijdt, hij wint. Op endless repeat.
Als Van der Poel koerst lijkt alles makkelijk. Tandje bij, versnellinkje hoger, bunnyhoppend naar de meet. Kinderspel, zo lijkt het. Achter hem wordt geploeterd, gezweet en gevloekt, terwijl hij lijkt te spelen. Een gesel voor de tegenstand, de eeuwige achtervolgers, wie niet eens de troost gegund is om hem te haten, omdat hij geen eikel is. Was hij maar een eikel.
Afgelopen week verloor hij z’n opa. Diezelfde opa die bij koersfans met een geheugen bekend stond als de beminnelijkste aller renners. Zo’n ûberopa, waar elk kind van droomt. Blakend en blinkend van trots baggerde de opa op rubberlaarzen door de velden waar zijn kleinzonen doorheen sjeesden, fierder over hun exploten dan die van zichzelf in de verleden tijd. Onvergetelijk is de reportage van Sammy Neyrinck, waarin hij met Mathieu op bezoek mocht bij opa Poupou in de Tour. We zagen hoe de opa in z’n knalgele t-shirt breed grijzend liep te pronken met de kleinzoon, hoe hij hem overal, van promostand tot pershok, presenteerde als het achtste wereldwonder. “Le phénomène”, zo stelde de opa de kleinzoon voor aan iedereen die hij tegen het lijf liep. Het fenomeen zelf glimlachte beleefd, maar wat ongemakkelijk.
De ongenaakbare, onoverwinnelijke kleinzoon reed het verdriet van zich af in het Tsjechische Tabor. Het werd lastiger dan verwacht. Het werd zowaar spannend. Winnen bleek voor een keer niet evident, maar hij deed het toch. Om dan, voor het niets ontziende oog van de camera en de wereld z’n aplomb te verliezen en in tranen uit te barsten.
We waren het bijna vergeten, dat de onhoudbare zegemachine ook maar een mens is. Een buitengewoon getalenteerde mens weliswaar, maar wel een mens, opgetrokken uit botten, pezen, bloed en evenveel emoties als wij allemaal. Laten we dat goed onthouden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten