biekesblog


zondag 28 maart 2021

Chaostheorie

 Sam Bennett moest overgeven: "Ik had teveel gegeten" | WielerFlits

Ik heb het afgelopen jaar geleerd niets te verwachten. Verwachting is als voorjaarsweer of de staat van het Vlaamse wegdek: er valt geen peil op te trekken. 

Er waren tijden dat de koers verliep volgens een vertrouwd patroon. Verwachtingen waren zelden gewaagd. Vandaag kan een wielerfan maar beter op z’n hoede zijn. Het oeroude kursdutje, een prachtige traditie, is met uitsterven bedreigd. Wie toch in slaap sukkelt of even de was ophangt, stelt even later onthutst vast dat er honderd en een dingen zijn gebeurd die niet te verwachten vielen. 

 

Chaostheorie onderzoekt de omstandigheden die deterministische chaos teweegbrengen: het soort schijnbare wanorde dat toch exact bepaald is en geordend tot stand komt. Koers is naast theater ook een tikje wetenschap.

 

Terwijl ik breed grijnzend toekeek hoe Thomas De Gendt een van zijn zeldzame, en daarom des te fraaiere solozeges afrondde in Catalonië, scheurde de wind een wild stampend peloton aan rafels in een landschap dat nooit mooier bezongen werd dan door Brel. 

Avec le fil des jours pour unique voyage
Et des chemins de pluie pour unique bonsoir
Avec le vent d'ouest, écoutez-le vouloir”

 

In mijn hoofd huist een bescheiden archief aan onvergetelijke Gent-Wevelgem momenten. Cipollini die een bidon mikt naar de wedstrijdjury; Geraint Thomas in de gracht; een ontroostbaar snikkende Elia Viviani op de stoeprand. En gloednieuw: een kotsende Sam Bennett. Sammy overleefde tot ieders verrassing de Kemmelberg, maar loosde al ploeterend zijn maaginhoud, als een student die voor het ochtendgloren kotwaarts fietst na het gulzig nuttigen van een halve bak streekbier en een pak frieten met stoverijsaus. Even later zwalpte Sammy zieltogend als een uitgewrongen dweil achter de kopgroep aan. Ik wenste dat iemand hem stante pede van z’n fiets zou halen en op een achterbank parkeren met een dekentje en een cola.

 

In een landschap dat ooit een slagveld was, werd ongenadig gevochten. Wat overleefde was een select groepje met evenveel kansen als coureurs, evenveel hoogspanning als snelheid. Soms ligt de uitkomst van de chaos vast, als tractorsporen in het opgedroogde slijk. Soms, na de wanorde, herstelt de orde zichzelf en wint Wout met twee vingers in de neus en adem op overschot. Het allermooiste was de zegevierende arm in de lucht van Nathan Van Hooydonck, domestique van de dag, goed voorzien van poten, oren en bespraakte mond, die wellustig, maar beleefd revanche nam na wekenlang gezeur over zijn “matige” ploegwerk. Winnen is de zoetste wraak.

 

En toen moest het dessert nog komen, een kaasplankje met een handvol gerijpte vaste waarden en een paar verrassingen. Elisa Longo-Borghini, een coureur met een naam als een opera en een leeuwinnenhart, kliefde door de wind als een schip op drift. In haar kielzog werd naar adem gehapt. Maar het schip strandde met de kust in zicht en Marianne Vos op haar hielen. Marianne, die tijdperken overbrugt zoals alleen tradities en geschiedenis doen. Ooit komt er een dag waarop Marianne niet meer koerst. Sommige verwachtingen schuift een mens liever voor zich uit.

zondag 21 maart 2021

Blijde boodschap

St. Gabriel, the Archangel HD - YouTube

De dag voor de lente zich geeuwend uitrekte stroomde het voorjaarspeloton als een lang en gestaag aanzwellend Italiaans lied van het mondaine Milaan naar de bloemenstad aan de Ligurische kust. 

De kokette badstad San Remo, aankomstplaats van La Primavera, staat onder meer bekend als woon- en sterfplaats van Alfred Nobel, maar is in Italië vooral genoegzaam vermaard om het ‘Festival di San Remo’: de jaarlijkse verkiezing van het beste Italiaanse lied. De bekendste Italiaanse liederen blinken uit in dramatische spankracht en eindigen met een aangekondigd en voorspelbaar slotakkoord.

 

Allemaal dachten wij het slotakkoord van de dag al lang te kennen. Wekenlang hadden we het luid en binnensmonds geneuried, tot vervelens toe. Het koersverloop als oorwurm waar je niet van af raakt.

De strijkers zouden gezelschap krijgen van wat zachte blazers bij de Capo Mele, Capo Cervo en Capo Berta. Op de Cipressa zou het tempo versnellen en de saxofoon geestdriftig invallen. Op de Poggio zou het orkest uitbarsten als een vulkaan die een decennium had liggen smeulen. De solisten en leadzangers waren aangewezen en bekend. Zij hoefden enkel de rol te spelen die wij hen voortvarend en vol vertrouwen hadden toebedeeld.

 

In tegenstelling tot een orkest doet een peloton goddank niet altijd wat we hopen of verwachten. Het orgelpunt van de langste koers van het jaar bleef tergend lang uit. Ongedurig wiebelend zaten wij te wachten op de aanzet, de versnelling, de uithaal van de geroemde solisten, op de voorspelde apotheose die ons geduld zou belonen. En toen ontaarde het lied met het zorgvuldig ingestudeerde slotakkoord in een wilde en oorverdovende jam. In een vlaag van weerbarstigheid roffelde en bouncete de drummer van dienst de rest van het voortoneel. Weg met de partituur.

 

Om te schitteren moet je durven. Om te winnen moet je bereid zijn om te verliezen. Hoog springen of diep vallen. Alles of niets. De dood of de gladiolen.

Terwijl Jasper Stuyven als een heerser over de meet reed, gleed een zucht van verlichting als een tedere lentebries over het peloton. Jasper was de gevleugelde blijde boodschapper die bange rennersharten met nieuwe hoop vervulde. Hoop dat zij niet voor spek en bonen zouden starten in elke nog te rijden koers waar de goddelijke drievuldigheid aan deelnam; hoop dat hun dag, hun moment, hun orgelpunt nog in het vooruitzicht lag, als ze maar durfden springen; hoop dat hun tijd nog niet voorbij, hun talent niet reddeloos verloren was.

dinsdag 16 maart 2021

Niks laten liggen

 Roglic geeft alleen zichzelf de schuld voor dramatisch einde van  Parijs-Nice | NU - Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

Op grillige voorjaarsdagen kijk ik met afgunst naar twee wielerpelotons in een decor dat naar vakantie ruikt. Terwijl het ene van Parijs naar Nice trekt in de koers naar de zon, kruist het andere het middenrif van Italië, van de Tyrreense tot de Adriatische zee. 

Benen, treintjes en lead-outs worden getest, tegenstanders getaxeerd en bestudeerd: wie is al goed en wie nog niet, met het oog op de grote rondes?

 

Wie alvast onhebbelijk goed blijkt is Primoz Roglic, de enigmatische Sloveen van weinig woorden. Wie aan Primoz denkt ziet nog steeds dat leeggeknepen mannetje in het geel op het asfalt van la Planche des Belles Filles. Achteraf wist iedereen hoe en waarom hij de Tour had verloren. Had hij maar geen kostbare seconden moeten laten liggen. Primoz liet zaterdag geen seconde liggen, laat staan 11. 

 

Dat het sneu was voor Gino Mäder, een obscure Zwitser die op weg leek naar de zege van zijn leven, dat was randschade. Dappere vluchters die op de valreep worden ingehaald, ze horen bij de koers als een kater bij een wilde feestnacht. Ach nee en ocharme en wat erg, jammerde de koerskijker, die oh zo graag een underdog ziet winnen. Gulzige Primoz had arme Gino de zege moeten gunnen, klonk het her en der. Uit barmhartigheid, om eventuele bondgenoten te paaien, om godweetwelke koersspecifieke flutreden had deze toprenner van een topploeg die betaald wordt om topkoersen te winnen in de remmen moeten knijpen. Alsof je aan KIpchoge vraagt om wat trager te lopen omdat Rob Bravenboer ook wel eens wilt winnen. Ik bedacht hoe luid de ploegmaats van Roglic zouden vloeken nadat ze zich een hele dag bewusteloos hadden getrapt, om meneer vervolgens de winst te zien weggeven aan de eerste de beste overmoedige vluchter. 

Commentatoren vonden dat Primoz bovendien deemoediger, zelfs verontschuldigend over de finish had kunnen bollen, na zijn demonstratief machtsvertoon. “Niks laten liggen!”, had José De Cauwer een half uur voordien nochtans stellig geponeerd. Geen sport minder consequent dan de wielrennerij. 

Een dag later smakte Primoz hoogst ongelukkig en pijnlijk hard tegen het asfalt. Weg eindwinst. Wielergoden straffen onmiddellijk en wreed.

 

Terwijl Primoz voor commotie zorgde in Frankrijk reed zijn ploegmaat van Aert in Italië drie ex-tourwinnaars uit het wiel op de enige echte col van de Tirreno-Adriatico. Tussen een dozijn wereldklimmers met een anorectisch BMI reed tijdrijder/crosser/78 kilo kasseistoemper/sprinter van Aert gestaag bergop aan kop, alsof dat zo hoorde. 

Zijn eeuwige rivaal, schrik van het peloton, nam een snipperdagje en moest op zondag hoogdringend uitgelaten worden. Kwispelend als een te lang opgehokte jachthond vertrok Mathieu van der Poel uit de kopgroep; het soort actie die we ‘te vroeg, te driest, te onbesuisd’ noemen wanneer het over gewone stervelingen gaat, maar die bijna voorspelbaar heet wanneer het deze bizarre speling der natuur betreft. Die andere wonderlijke wereldsloveen kreeg hem nét niet te pakken, zodat niemand hoefde te zeuren dat het zonde was.

 

Alles went, zo wordt beweerd, zelfs wat niemand ooit voor mogelijk hield. 

maandag 8 maart 2021

Gesel Gods

Catatumbobliksem is een atmosferisch... | Trivia Vragen | QuizzClub

De verstilde esthetiek en het feërieke decor van de Strade Bianche hebben weinig opsmuk nodig. Alles aan deze koers ligt te schitteren in een bad van vloeibaar goud. De roomwitte grindpaden, de traag terugschrijdende ochtendnevel, de goedkeurend knikkende cipressen, het zonovergoten middeleeuwse plein met stroken travertijn, het schrikwekkende deelnemersveld, dat de beste ronde- en eendaagse renners samenbrengt in een passionele affaire.

Zo gebeurde het dat wij zomaar, op een verloren zaterdag, mochten toekijken hoe de beau monde van de wielrennerij zich het snot voor de ogen fietste in een landschap vol verlangen. Soms is koers een koningsgeschenk in zacht ritselend zijdepapier.

Later die dag, veel later pas, wanneer de zon zich westwaarts richtte, zou alles wat we hadden gezien in het niets verzinken. De bloedvorm en de lekke band van Lotte Kopecky, het uitgekookte ploegenspel van SD Worx, het momentum van Chantal Blaak, de wonderlijke kopgroep van kampioenen en tourwinnaars die koersten als junioren, … deinende golven voor de tsunami.

 

Van sommige natuurfenomenen weet je dat ze bestaan. Het Noorderlicht, geisers, zoutvlaktes. Van anderen heb je nooit gehoord tot ze zich eerder toevallig aan je openbaren. Roze meren, zingende duinen, brandende rotsen, onderwatersparren, lichtgevende stranden, kruipende stenen, de catatumbobliksem.

Die laatste is een opmerkelijk heftig onweer aan de monding van de Catatumborivier in Venezuela, waar het zo'n 140 tot 160 dagen per jaar, 10 uur per dag onweert. Niemand weet waarom, alle hypotheses over topografie en meteorologie ten spijt.

Het is niet omdat iets onverklaarbaar is dat het niet kan bestaan. Het is niet omdat iets bestaat dat het niet onverklaarbaar kan zijn.

 

Zo is er geen logische verklaring voor de verwoestende versnelling waarmee Mathieu van der Poel op de steile Via Santa Caterina wegzwiepte van wereldkampioen Julian Alaphilippe. Evenmin valt te verklaren waarom het wegdek niet spontaan openscheurde onder zo'n driest geweld.

Als Attila de Hun bestormde en veroverde Mathieu het mooiste plein ter wereld. Ik dacht terug aan die paasdag van 2 jaar geleden, toen diezelfde van der Poel als een komeet naar de meet schoot en wij sprakeloos en met open mond achterbleven, zoekend naar een logische verklaring voor wat onverklaarbaar was, de dag dat de wetten der koerslogica werden opgeheven.

“Waar Attilla is langsgekomen zal nooit geen gras meer groeien.”, waarschuwt een eeuwenoud gezegde. Attilla’s bijnaam was Gesel Gods, een titel die blijk gaf van de doodsangst die hij zaaide.

Overal waar de nieuwe Gesel Gods van start gaat, van Antwerpen tot Roubaix, van Milaan tot Brest, zal de angst als een ijzige tochtvlaag door het peloton waaien. Niets is angstaanjagerder dan wat we niet kunnen verklaren.

maandag 1 maart 2021

Doodgewoon

Dit zijn alle klimmen en kasseienstroken van Omloop Het Nieuwsblad

Het Openingsweekend schrijf je met grote O. Net als de Omloop. Hoofdletters vertalen vurig verlangen. Verlangen naar de broeierige opwinding in ’t Kuipke, waar de voorpret gul van de muren druipt. Verlangen naar de ­verbijstering in de ogen van argeloze neo-profs uit andere contreien die onthutst en richtingloos de verkeerde kant uit fietsen te midden van zoveel chaotische commotie. Verlangen naar een zompig veld tussen Zegelsem en Elst, waar de ijzige wind door je wollen ­ondergoed blaast terwijl Heinrich Haussler monter, met blote benen en zonder handschoenen, voorbijraast. Verlangen naar glans, glorie en kasseien.

Het laatste weekend van februari klinkt als een langgerekte collectieve zucht van verlichting, zelfs wanneer een pandemie aan de koersbeleving knaagt en ons veroordeelt tot de sofa.

De coureurs van de eerste voorjaarskoers zijn als zwaluwen die de lente ­inluiden. Langverwacht, opgetogen verwelkomd en vooral: doodgewoon. Niets heerlijkers dan doodgewonigheid in ­deze tijden.

Doodgewoon was de kansloze vroege vlucht. Doodgewoon was Sep ­Van­marcke die pardoes tegen het asfalt smakte omdat het seizoen pas echt ­begint als Sep valt. Doodgewoon was de bruisende overmoed van Julian Alaphilippe. Doodgewoon was de lenige overmacht van de blauwe kasseivreters­brigade. Doodgewoon was de vederlichte tred waarmee Anna van der Breggen schijnbaar moeiteloos naar haar eerste zege van het jaar pedaleerde. Dood­gewoon was Mathieu van der Poel die op ruim 80 kilometer van de meet rücksichtslos wegsjeesde als een balorige puber die zich verveelde op het familiefeest. Doodgewoon was de paniek in de ogen van alle favorieten die niet van der Poel heetten.

Gelukkig bleef er genoeg ongewoons op te tekenen, zodat wij niet indommelden van zoveel onverstoorbare dood­gewonigheid.

De massasprint die bijna niemand had verwacht. De massasprint die ­iedereen had verwacht tot we hem niet meer verwachtten. Klokrijder Victor Campenaerts in de aanval. En nog eens. Veteraan Heinrich Haussler op het ­podium in Ninove. Sep de Onfortuinlijke op het podium in Ninove. De verdwaalde padvinders van Trek die op dag één in geen Vlaamse velden of wegen te bespeuren vielen. Annemiek van Vleuten die niet ten strijde trok. Een Ecuadoraan aan Matje z’n zij. Het peloton dat zich tussen Gent en Wevelgem waande in plaats van tussen Kuurne en Kuurne. Iedereen in de aanval tot niemand nog wist wie waar zat, laat staan waarom. Het hoorbare knarsen van tanden en kiezen in de groep vol kanjers die jaagde op Van der Poel. Van der Poel die niet won, een stuitend onrecht dat weldra zal worden rechtgezet.

Welkom terug, volstrekt onvoorspelbare voorspelbaarheid. Welkom terug, heerlijke, beminde, broodnodige, ongewone doodgewonigheid.