biekesblog


maandag 1 maart 2021

Doodgewoon

Dit zijn alle klimmen en kasseienstroken van Omloop Het Nieuwsblad

Het Openingsweekend schrijf je met grote O. Net als de Omloop. Hoofdletters vertalen vurig verlangen. Verlangen naar de broeierige opwinding in ’t Kuipke, waar de voorpret gul van de muren druipt. Verlangen naar de ­verbijstering in de ogen van argeloze neo-profs uit andere contreien die onthutst en richtingloos de verkeerde kant uit fietsen te midden van zoveel chaotische commotie. Verlangen naar een zompig veld tussen Zegelsem en Elst, waar de ijzige wind door je wollen ­ondergoed blaast terwijl Heinrich Haussler monter, met blote benen en zonder handschoenen, voorbijraast. Verlangen naar glans, glorie en kasseien.

Het laatste weekend van februari klinkt als een langgerekte collectieve zucht van verlichting, zelfs wanneer een pandemie aan de koersbeleving knaagt en ons veroordeelt tot de sofa.

De coureurs van de eerste voorjaarskoers zijn als zwaluwen die de lente ­inluiden. Langverwacht, opgetogen verwelkomd en vooral: doodgewoon. Niets heerlijkers dan doodgewonigheid in ­deze tijden.

Doodgewoon was de kansloze vroege vlucht. Doodgewoon was Sep ­Van­marcke die pardoes tegen het asfalt smakte omdat het seizoen pas echt ­begint als Sep valt. Doodgewoon was de bruisende overmoed van Julian Alaphilippe. Doodgewoon was de lenige overmacht van de blauwe kasseivreters­brigade. Doodgewoon was de vederlichte tred waarmee Anna van der Breggen schijnbaar moeiteloos naar haar eerste zege van het jaar pedaleerde. Dood­gewoon was Mathieu van der Poel die op ruim 80 kilometer van de meet rücksichtslos wegsjeesde als een balorige puber die zich verveelde op het familiefeest. Doodgewoon was de paniek in de ogen van alle favorieten die niet van der Poel heetten.

Gelukkig bleef er genoeg ongewoons op te tekenen, zodat wij niet indommelden van zoveel onverstoorbare dood­gewonigheid.

De massasprint die bijna niemand had verwacht. De massasprint die ­iedereen had verwacht tot we hem niet meer verwachtten. Klokrijder Victor Campenaerts in de aanval. En nog eens. Veteraan Heinrich Haussler op het ­podium in Ninove. Sep de Onfortuinlijke op het podium in Ninove. De verdwaalde padvinders van Trek die op dag één in geen Vlaamse velden of wegen te bespeuren vielen. Annemiek van Vleuten die niet ten strijde trok. Een Ecuadoraan aan Matje z’n zij. Het peloton dat zich tussen Gent en Wevelgem waande in plaats van tussen Kuurne en Kuurne. Iedereen in de aanval tot niemand nog wist wie waar zat, laat staan waarom. Het hoorbare knarsen van tanden en kiezen in de groep vol kanjers die jaagde op Van der Poel. Van der Poel die niet won, een stuitend onrecht dat weldra zal worden rechtgezet.

Welkom terug, volstrekt onvoorspelbare voorspelbaarheid. Welkom terug, heerlijke, beminde, broodnodige, ongewone doodgewonigheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten