De verstilde esthetiek en het feërieke decor van de Strade Bianche hebben weinig opsmuk nodig. Alles aan deze koers ligt te schitteren in een bad van vloeibaar goud. De roomwitte grindpaden, de traag terugschrijdende ochtendnevel, de goedkeurend knikkende cipressen, het zonovergoten middeleeuwse plein met stroken travertijn, het schrikwekkende deelnemersveld, dat de beste ronde- en eendaagse renners samenbrengt in een passionele affaire.
Zo gebeurde het dat wij zomaar, op een verloren zaterdag, mochten toekijken hoe de beau monde van de wielrennerij zich het snot voor de ogen fietste in een landschap vol verlangen. Soms is koers een koningsgeschenk in zacht ritselend zijdepapier.
Later die dag, veel later pas, wanneer de zon zich westwaarts richtte, zou alles wat we hadden gezien in het niets verzinken. De bloedvorm en de lekke band van Lotte Kopecky, het uitgekookte ploegenspel van SD Worx, het momentum van Chantal Blaak, de wonderlijke kopgroep van kampioenen en tourwinnaars die koersten als junioren, … deinende golven voor de tsunami.
Van sommige natuurfenomenen weet je dat ze bestaan. Het Noorderlicht, geisers, zoutvlaktes. Van anderen heb je nooit gehoord tot ze zich eerder toevallig aan je openbaren. Roze meren, zingende duinen, brandende rotsen, onderwatersparren, lichtgevende stranden, kruipende stenen, de catatumbobliksem.
Die laatste is een opmerkelijk heftig onweer aan de monding van de Catatumborivier in Venezuela, waar het zo'n 140 tot 160 dagen per jaar, 10 uur per dag onweert. Niemand weet waarom, alle hypotheses over topografie en meteorologie ten spijt.
Het is niet omdat iets onverklaarbaar is dat het niet kan bestaan. Het is niet omdat iets bestaat dat het niet onverklaarbaar kan zijn.
Zo is er geen logische verklaring voor de verwoestende versnelling waarmee Mathieu van der Poel op de steile Via Santa Caterina wegzwiepte van wereldkampioen Julian Alaphilippe. Evenmin valt te verklaren waarom het wegdek niet spontaan openscheurde onder zo'n driest geweld.
Als Attila de Hun bestormde en veroverde Mathieu het mooiste plein ter wereld. Ik dacht terug aan die paasdag van 2 jaar geleden, toen diezelfde van der Poel als een komeet naar de meet schoot en wij sprakeloos en met open mond achterbleven, zoekend naar een logische verklaring voor wat onverklaarbaar was, de dag dat de wetten der koerslogica werden opgeheven.
“Waar Attilla is langsgekomen zal nooit geen gras meer groeien.”, waarschuwt een eeuwenoud gezegde. Attilla’s bijnaam was Gesel Gods, een titel die blijk gaf van de doodsangst die hij zaaide.
Overal waar de nieuwe Gesel Gods van start gaat, van Antwerpen tot Roubaix, van Milaan tot Brest, zal de angst als een ijzige tochtvlaag door het peloton waaien. Niets is angstaanjagerder dan wat we niet kunnen verklaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten