Afgelopen week-end las ik in een niet nader te noemen krant een
opmerkelijk artikel waarin iemand die zich vertegenwoordiger noemde van de
toenemende groep kinderloze mensen aan het woord werd gelaten. Zelf noemen ze
zich liever ‘kindervrij’ ipv ‘kinderloos’, zo deelde de dame mee. Dat vinden ze
wat positiever klinken. Bij mij roept het achtervoegsel ‘–vrij ‘veeleer minder
prettige associaties op. Doorgaans wil men vrij zijn van iets als dat iets
schadelijk of op een andere manier negatief is: kankervrij, autovrij, hormoonvrij. Maar laten we er geen
semantische analyse van maken. De dame in kwestie wond er geen doekjes om: de
alomtegenwoordigheid van kinderen is een pest. Ze pleitte ronduit voor meer
kindervrije ruimte: kindervrije restaurants, kindervrije hotels, kindervrije
weetikveels.
Nu hebben we ons allemaal al wel eens geërgerd aan kinderen,
of het nu de onze zijn of die van een ander. Wie heeft er nog nooit op een bus/trein/vliegtuig gezeten,
knarsetandend, met in een permamente kramp gekromde tenen, vurig hopend dat er asap een
einde komt aan de teringherrie, het gejengel, het oorverdovende gekrijs van een
of meer kinderen waar we node een vervoermiddel mee moeten delen.
Net zoals we allemaal wel eens hopeloos geïrriteerd raken
aan de kassa van de supermarkt terwijl het besje voor ons in de rij tergend
traag en niet gehinderd door enig inlevingsvermogen in ons nijpende tijdgebrek
en stuiterende ongeduld een voor een haar eurocenten uit de beduimelde
portemonnee vist en in de hand van de beleefde kassierster legt.
Net zoals we allemaal wel eens vloeken in de richting van
die uitzinnige voetbalsupporters die hun vreugde over de overwinning van hun
ploeg met ons menen te moeten delen door middel van oorverdovend getoeter en
gejoel, bij voorkeur om 23u ‘s avonds, als de kinderen, jawel dat addergebroed,
horen te slapen.
Of zoals de alleenstaanden onder ons wel eens hun
wenkbrauwen fronsen en geërgerd hun blik afwenden bij het aanschouwen van
kleffe, blindverliefde stelletjes die net niet aan het copuleren slaan naast
ons op de bank in het park.
Zoals de vermoeid zwalpende, slonzige jonge moeders
onder ons wel eens afgunstig loeren naar de strak in vel en outfit
zittende jonge vrouwen die fit en ongehinderd door enig slopend nageslacht door het leven dansen, en dat met een afgunstigmakend
gevuld sociaal leven op de koop toe.
De lijst valt aan te vullen tot een ellenlang register van
grote en kleine ergernissen van de ene bevolkingsgroep omtrent gedragingen van de
andere.
Ergernis is in. Ergernis is big business. Ik pleit overigens schuldig: ik kan me met regelmaat geweldig en ongegeneerd ergeren een aan variatie van gedragingen die in deze samenleving gangbaar blijken te zijn.
Ergernis is in. Ergernis is big business. Ik pleit overigens schuldig: ik kan me met regelmaat geweldig en ongegeneerd ergeren een aan variatie van gedragingen die in deze samenleving gangbaar blijken te zijn.
Maar ik vrees de dag waarop iemand oproept om winkels,
restaurants, hotels te vrijwaren van bejaarden/Nederlanders/kale mannen met een
bierbuik /mindervaliden/lager opgeleiden/tieners/mensen met een Antwerps
accent/NVA’ers/ikroepmaarwat.
Het staat ons vrij ons te ergeren aan eender welke laag van
de samenleving, al valt er meer dan een kanttekening te plaatsen bij het
veralgemenen van specifieke eigenschappen naar een hele bevolkingsgroep. ‘Alle
Nederlanders zijn luid’ is al net zo’n idiote stelling als ‘Alle mannen houden
van voetbal’ of ‘Vrouwen kunnen niet kaartlezen’. Kinderen zijn vervelend en
storend is dus zonder meer een kortzichtige en veralgemenende uitspraak. Maar
goed, aangezien ergernis een nationale hobby is geworden staat het iedereen dus
vrij om zich zoveel en zo vaak te ergeren als hem of haar goeddunkt. Zelfs
luidop. Zelfs in de media, sociale en reguliere. Kijk eens aan, wat een
overvloed aan kanalen om al die bijtende irritatie te uiten en te delen.
Oproepen om publieke ruimte te vrijwaren van een welbepaalde
bevolkingsgroep daarentegen is niet een maar ettelijke stappen te ver. Niemand
heeft het recht om te eisen waar en wanneer een welbepaalde bevolkingsgroep
zich mag en vooral niet mag bevinden.
Terug naar de kinderloze, excuseer kindervrije eisen:
Ik vraag me af wat dit soort uitsluiting een samenleving
bijbrengt. Dat de behoeften van een bepaalde groep mensen die van de andere
groep kunnen verdrukken? Vooral als de verdrukte groep onmondig en weinig
weerbaar is? Dat we allemaal maar in ons eigen hoekje moeten gaan zitten,
gezellig onder gelijkgezinden, met dezelfde noden, wensen en aspiraties?
Het meest bizarre aan deze oproep tot meer kindervrije
ruimte is volgens mij wel dit:
1. Kinderen zijn gewoon mensen. Onder een welbepaalde
leeftijdsgrens, dat klopt. Maar wel degelijk mensen. Ze hebben dus rechten,
mensenrechten. Discriminatie en uitsluiting kunnen dus ook niet t.a.v.
kinderen, ook al zijn ze een makkelijke prooi, want niet stemgerechtigd,
onmondig en vrij weerloos in hun doen en laten.
2. Ieder van ons is ooit een kind. Ook diegenen die nu zo
luid roepen dat ze kinderen vervelende mormels vinden. De kindertijd is een
fase in elk mensenleven. Kind zijn maakt deel uit van het leven, net zoals oud
worden en sterven. Kinderen groeien op tot volwassenen. We kunnen maar hopen
dat ze opgroeien tot verstandige, evenwichtige, verantwoordelijke, solidaire
volwassenen. Ik durf betwijfelen of we hen die eigenschappen meegeven door hen
te leren dat ze op heel wat plaatsen niet gewenst zijn.
Van een empathische en solidaire maatschappij mogen we verwachten
dat ze inspeelt op de noden van al haar leden. Laten we noden en behoeften niet
verwarren met ergernissen en louter egoïstische motieven.
Van kinderen wordt verwacht dat ze het overgrote deel van de
tijd op school netjes stilzitten en luisteren. Voor wie dat niet lukt is er Ritalin en het clb. Buiten de schooluren
mogen ze zich onder mekaar en onder toezicht bezighouden in de opvang, in de
jeugdbeweging of de speeltuin (als ze geen buurtbewoners hinderen
tenminste). Daarbuiten zijn ze een
last, een bron van ergernis, en kunnen ze op bijzonder weinig empathie rekenen.
Onze jongste en kwetsbaarste burgers krijgen steeds minder ruimte, ruimte om te
spelen, te dollen, te joelen…om dingen te doen die gezonde kinderen doen. Een
dergelijk verzoek om meer kinderloze ruimte getuigt dan ook van een
verbijsterend gebrek aan begrip, empathie en solidariteit.
Nog even dit: Onze samenleving vergrijst. De kinderen van nu
betalen straks hopelijk ons pensioen. We kunnen maar hopen dat ze daar nog zin
in hebben eens het zover is. Wie weet starten ze wel een actiegroep die eist
dat die vervelende bejaarden eindelijk eens zelfbedruipend worden.
Volledig 't akkoord. Maar vrouwen kunnen echt niet kaartlezen.
BeantwoordenVerwijderenSterk stuk! Ik kwam op een oktoberavond ooit eens binnen in een restaurant in Frankrijk met mijn familie en een drie maanden oude baby, toen een Hollander, die dacht dat we Fransen waren, kwaad tegen zijn lief zei: 'Nou brengen ze hier weer zo'n kutkind binnen ...' Ik ben naar zijn tafel gegaan en heb hem gezegd dat hij zijn mond moest houden. Mijn moeder wou al meteen vertrekken, maar de bazin van het restaurant zei stellig dat kinderen gezien én gehoord moeten worden en ze nog liever dat koppel wegstuurde.
BeantwoordenVerwijderenGoed van die bazin zeg!!
VerwijderenU bent een ware heldin.
BeantwoordenVerwijderenDe nagel op de kop!
BeantwoordenVerwijderenHeel straf stuk! En heeeeeeel waar! Verspreiden maar!
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenMooi verwoord! Dat iemand zelf geen kinderen wilt, prima, dat is een keuze. Maar om ze zo uit het leven te willen bannen en je helemaal niet te kunnen verplaatsen in een ander dat is van de zotte. De dame waar je over schrijft is wel heel ver van de menselijke aard komen te staan.
BeantwoordenVerwijderenHelemaal eens Bieke! en ik dacht al eens aan (heel kleine) shirtjes: Wees lief tegen mij, ik moet straks jouw pensioen betalen!
BeantwoordenVerwijderenGroetjes,
Caroline, Gouda
heel leuk ideetje
VerwijderenGoed gezegd!
BeantwoordenVerwijderenhaha, die van Cherie vind ik ook goed! En je stuk ook! Wil ik bij punt 2 nog opmerken dat we allemaal nog een kind zijn, diep van binnen! Misschien is het wel dat stukje van de mens wat andere kinderen niet tolereert? Want als je je volwassen gedraagt, maak je niet dat soort opmerkingen, toch? Ikzelf houd juist hartstikke veel van mijn kind, hoeveel pijn doet het mij als iemand een kind een vervelend mormel vind??
BeantwoordenVerwijderen