biekesblog


maandag 19 april 2021

Van Raas tot Wout

 Vader Mauri Vansevenant begrijpt het niet: "Ik zit met grote ogen te  kijken, hier is geen verklaring voor" | Wielerkrant.be

Ik herinner me nog mijn ontgoocheling toen ik vernam dat De Amstel Gold Race niet naar de rivier in het zuiden van Noord-Holland, maar naar een matig biermerk was genoemd. De wedstrijd zelf kon me niet zo boeien. Maar een van mijn vroegste koersherinneringen heet Jan Raas, een nukkige en contraire Zeeuwse coureur die maar liefst vijf keer heerste in de Limburgse heuvels. Zo’n stugge zwijger waar je slechts met moeite voor kon juichen, maar die des te meer tot de verbeelding sprak.

Minder tot de verbeelding sprak het parcours van deze corona-editie: een veredeld criterium, slechts de moeite van het kijken waard omwille van een oogverblindend deelnemersveld, al is elke koers die überhaupt gereden wordt pure winst in deze tijd.

 

Wie de race bij de vrouwen wilde zien moest niet alleen de wekker zetten, maar ook op slinkse wijze geografische beperkingen omzeilen, aangezien enkel de NOS de wedstrijd integraal streamde voor een exclusief Nederlands publiek. Doodzonde, zeker gezien het ongeduld en de gretigheid waarmee het peloton ten strijde trok. Na 7 rondjes vuurwerk vinkte Marianne Vos een vakje af op haar bijna volle Bingo-kaart. Als Vos wint klopt mijn hart altijd een slagje sneller. Soms, wanneer ik wild dagdroom, stel ik me voor dat ik Marianne Vos ben en bij elke pedaalslag geschiedenis schrijf.

 

Dat er daarna uren tijd zou zijn voor een koersdutje en een lijst uitgestelde huiselijke klussen had ik graag op voorhand geweten, maar koers laat zich niet voorspellen. Twee weken hadden wij uitgekeken naar de Limburgse avonturen van de geelzwarte tweekoppige draak Roglic/van Aert. Ik vroeg me af hoe bovengemiddeld zenuwslopend het moest zijn om de beste renner ter wereld voor je te zien ploeteren, gaatjes te zien dichten, vluchters te zien oprapen als bundeltjes vuile was. De beste renner ter wereld ontgoochelde niet en zwoegde zich in het zweet voor Wout. Tot Primoz lek reed op het slechtst denkbare moment. Ik hoopte maar dat Primoz minstens een paar Vlaamse harten had veroverd.

 

Mijn held van de dag heette echter niet Primoz of Wout, maar Mauri, Een wonderlijk wiebelig verschijnsel op wielen, boerenzoon op speed, immer laverend tussen leeuwen- en overmoed, het soort roestvrije coureur die door geen malheur of tegenspoed te stuiten valt. Het is onmogelijk om niet instant van Mauri te houden. Mauri Van Sevenant fietste als een vader die met z’n doodbloedende kind naar de spoed rijdt. Winnen zou hij niet, maar dat was bijzaak. En dan te bedenken dat we nog zo’n slordige 15 jaar naar Mauri mogen kijken: wat een geschenk.

 

De slaapverwekkende saaiheid van driekwart Amstel Gold Race werd ruimschoots gecompenseerd door het soort fotofinish die trending is. Zenuwslopende minuten gingen voorbij voor wij luidop “Wout!” durfden roepen, zij het aarzelend, gezien het haardunne verschil met die

belachelijk getalenteerde snotneus van een Pidcock, die wel vaker in de weg rijdt. Zelf was ik vooral blij dat Primoz zich niet voor niets had opgeofferd en dat Wout dus gerust zou kunnen slapen. Danku Primoz.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten