biekesblog


maandag 28 augustus 2023

Pole position

 Lotte Kopecky verovert wereldtitel op de weg

Wereldkampioen is een prachtig woord. Vier sierlijke, maar krachtige lettergrepen, en uiteindelijk zijn er bitter weinig die het worden: wereldkampioen, de beste van de wereld.

Ik sliep al een paar dagen slecht en onrustig. Want de kans was zo groot, en als kansen luid en aanwezig zijn, dan word ik nerveus. Vanochtend dacht ik aan Yvonne Reynders, pionier en ploeterrenster uit een tijd waarin koersende vrouwen een curiosium waren. Ik dacht aan Nicole Van den Broeck, die het allemaal niet meer heeft kunnen meemaken, vijftig jaar na haar eigen wereldtitel. Nicole die nooit geëerd werd. Nicole die met een paar Russische rensters aan de toog van een café in Barcelona belandde om haar titel te vieren, want het Belgische team had het druk met de trammelant tussen Eddy en Freddy. Sinds die dag heeft het vrouwenwielrennen een hoge vlucht genomen, over veel te veel obstakels en obstructies heen klauterend, een eigen weg zoekend, van een onderzoekend en spelend kind culminerend in een vrouw als een Zwitsers zakmes, een vrouw met een betonnen kop en gouden benen.

 

Lotte Kopecky startte in pole position en als absolute topfavoriet in Glasgow. Ik zou dat zelf niet graag doen, ergens topfavoriet in zijn. Want iedereen kijkt naar jou, je bent nooit op je gemak iedereen wil wat van je, en je dat je au fond eerder timide bent is geen geldig excuus, dus je overstijgt je remmingen en je drempels, wat bovengemiddeld veel energie van je vraagt.

Er is niets lastiger dan als topfavoriet een wedstrijd winnen. Er is niets lastiger dan winnen wanneer het leven je dwars zit, op allerlei fronten, omdat winnen focus vraagt, en focus is wat je niet over hebt wanneer er zoveel andere dingen zijn die je opslorpen, dingen die een leven tekenen. Wie haar al even volgt kent de winnersblik van Lotte Kopecky, de blik van een hongerig roofdier dat rücksichtloos achter de prooi aangaat, dat zich geen seconde laat afleiden van het einddoel, van de inzet. Ik ken die blik. Ik heb hem al vaak gezien, hij maakt mij nerveus en overmoedig. Hij kondigt oorlog aan; hij zet mijn huis op stelten en jaagt mijn kinderen weg. Lotte‘a clock noemen we het.

 

België is een koersland; nee, hét koersland. Dat was het al lang, een hele eeuw lang, maar in hoofdzaak voor mannen. Koersende vrouwen waren lange tijd een anomalie, een uiting van lelijkheid, excentriciteit en eigenzinnigheid die allesbehalve welkom was. 

Er zijn woorden te weinig om te bevatten wat Lotte Kopecky betekent voor haar sport. De tomeloze inzet van Sanne Cant, Justine Ghekiere en de rest, hun collectieve vreugde na het binnenhalen van die vurig begeerde gouden medaille, na het heersen van de beste wielrenster die we ooit hebben gekend, vertellen een lang en ingewikkeld verhaal, dat je alleen maar kan begrijpen of voelen als je de geschiedenis van de sport kent en begrijpt, een verhaal dat je het best kan plaatsen als je decennia hebt gewacht op eerherstel voor Yvonne, Victoire, Nicole en zoveel anderen; als je hebt gejuicht voor de broeierige, nietsonziende en hongerige blik van een vrouw op een fiets, die rondkijkt, taxeert, inschat, toeslaat. Een blik die hommeles verraadt, die zich niet laat intimideren, die de overhand neemt en doet wat iedereen verwacht alsof het vanzelfsprekend is, ook al is het dat helemaal niet. 

 

Zolang het duurt kijk ik met niets dan bewondering en dankbaarheid naar deze eigenzinnige, koppige en krachtige vrouw, die zich niets in de weg laat leggen; die de weg zelf aanlegt. Laat niemand zeggen dat het simpel was, een zondagspad over rozenblaadjes. Laat niemand iets afdoen aan haar grandeur, aan de betekenis van Lotte Kopecky, heldin en rolmodel tegen wil en dank, maar met meer gratie dan we verdienen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten