Beste Sint-Valentijn,
Helaas voor u ben ik intussen op een
leeftijd beland die dat soort vormelijke bezwaren vlot onder de mat veegt
wanneer ze mij niet uitkomen. Hopelijk vergeeft u me mijn vrijpostigheid.
Vanochtend, terwijl her en der, aan
ontbijttafels vol rozenblaadjes, hartvormige boterkoeken met aardbeien en
bubbels werden genuttigd ter uwer ere, werd ik wakker met een logge poot op mijn
dij, een fluweelzacht flapoor tegen mijn wang en een zwoele hondenadem in mijn
nek. Zelfs mijn huisdier bleek gewillig toe te geven aan de roes der liefde die
vandaag in de lucht hangt.
Vertederd bleef ik liggen, mijn handen op
een harige hondenbuik. Ongewild dwaalde
mijn luie geest af naar tijden waar mijn handen op dat soort zaterdagochtenden
op een – godzijdank minder harige – mannenbuik pleegden te liggen. Waardoor ik mezelf
uiteraard genoodzaakt zag om na te denken over de liefde, ook al was ik
vastbesloten geweest dat vooral niet te doen en me met wereldser en
constructiever thema’s bezig te houden.
U moet weten – vergeef me dat ik vrijuit
spreek - dat ik van mening ben dat uw kijk op de liefde te wensen overlaat. In
die mate dat ik me afvraag of u zelf wel ooit een lief hebt gehad en bijgevolg
de wenselijke expertise kan voorleggen om u als een autoriteit in de materie op
te werpen.
Ik graafde in mijn geheugen naar onbevangen
verliefde tijden, toen dEUS nog broeierige nummers maakte als Hotel Room en
Roses, die we op repeat beluisterden tot de noten onder ons vel jeukten. Toen
mijn lief mij geregeld buitendroeg uit een overhitte concertzaal, alwaar ik
voor de zoveelste keer was bezweken aan de warmte en de verstikkende
mensenmassa (dat ik per se op de eerste rij wilde op en neer springen als een
spicegirl op speed hielp weinig ter preventie). Toen wij niks anders om handen
leken te hebben dan nachtenlang Blackadder kijken en onze buren wakker houden
met ons ongegeneerde geschater. Toen we elke vrijdag en zaterdag uitgingen
zonder met iemand af te spreken en toch iedereen tegenkwamen. Toen werk gewoon
werk was en het echte leven zich ver van die werkvloer leek te bevinden, daar
waar zich vrienden, muziek, reizen en feest ophielden.
En hoe wij dachten dat dit alles voor altijd
was: dit onbezorgde door de dagen razen, het feesten, het lief.
Ik moet bekennen dat wij uw verjaardag
nooit vierden. Het leven vierden wij des te intenser. Wij vonden u eerlijk
gezegd wat overbodig. Alsof ons leven niet al een feest was zonder u.
Vandaag, zo’n slordige twintig jaar en veel ontnuchtering later,
vind ik u nog altijd even overbodig. Met uw hartvormige kussens, uw geurloze
rode rozen, uw pluche knuffelbeesten, uw veel te dure Valentijn-menu met
hartvormige amuses en mierzoete desserts, uw roze champagne en uw Swarowski-juwelen
die desgewenst een fietslicht kunnen vervangen.
Ik ga rechtuit zijn: u snapt niks van vrouwen, laat staan van de liefde. Daar. Ik heb het gezegd. Het lag al een tijdje op mijn tong.
Liefde, moet u weten, heeft geen uitstaans
met roze troep en etentjes in schemerige restaurants, waar op de achtergrond
beroerde versies van My Funny Valentine ruisen.
De ware liefde raapt ons op wanneer we na
een Vodka-avond van de studenten Russisch niet meer recht raken en draagt ons
als een zak aardappelen naar ons kot. De ware liefde zet ongevraagd extra koffie
wanneer hij net de laatste uitschonk. De ware liefde zet de juiste platen op en
koopt op tijd concerttickets voor Nick Cave. De ware liefde leest een boek
naast ons in bed en deelt af en toe een bijzondere passage. De ware liefde
leest samen met ons de krant en deelt in onze verontwaardiging over pakweg de
indexsprong. De ware liefde gaat om frieten in het verste frietkot van de stad
omdat ze daar de tartaarsaus zelf maken. De ware liefde begrijpt onze afkeer
van pizza hawaii en onze liefde voor Joni Mitchell. De ware liefde zegt dat ze
onze nieuwe broek spuuglelijk vinden, maar kust ons toch even gretig wanneer we
ze aan hebben. De ware liefde negeert afgekloven nagels en maalt niet om benen
die des winters een week ononthaard blijven.
Als ik het dan toch allemaal zo goed weet,
waarom werd ik dan vanochtend wakker met een viervoeter aan m’n zij, zult u
terecht opwerpen.
Welnu, om in de sfeer van oprechtheid te
blijven: ik heb geen idee. Maar neem het van mij aan: wakker worden naast een
teerbemind beest is stukken aangenamer dan gewekt worden met een roze pluche
konijn op mijn hoofdkussen en hartvormige frambozenbavarois als ontbijt
geserveerd krijgen. Het is maar dat u het weet.
Toch nog een prettige verjaardag verder.
<3
BeantwoordenVerwijderenGeweldig!
BeantwoordenVerwijderenMooi! Had het al dagen geleden gelezen en kwam hier toevallig weer. Het is bij me blijven hangen. De simpele dingen als: ''De ware liefde zet ongevraagd extra koffie wanneer hij net de laatste uitschonk''...ik vergat daar naar te kijken. Ik zag de grote dingen om mij heen, de stoere acties die mensen trots posten op Facebook. En dan dacht ik: Waarom zij wel? Waarom hebben zij wel die liefde? Maar het is dát niet. Het zit hem juist in die kleine dingetjes. Dat vergat ik in mijn eigen moeilijke tijd die mijn kijk op de ''ware liefde'' vertroebelt en ''ver-romantiseert''.
BeantwoordenVerwijderen