Het kind heeft een liefje.
Toen hij onmiddellijk en met buitensporige urgentie een
skype-account moest aanmaken op de bejaarde iPad, ging er een schemerlichtje
branden in mijn moederhoofd. Sindsdien wordt er gechat, met bijhorend gebliep,
tot ik er zenuwziek van word en hem vriendelijk, maar kordaat verzoek de rest
van de levensnoodzakelijke communicatie te bewaren voor op school, waar ze desgewenst
de hele dag tegen elkaar kunnen kletsen.
Ik vraag niets en onthou me wijselijk van commentaar, om te vermijden dat ik de verkeerde dingen
zeg. Dat hij te jong en te argeloos is voor de riskante en nietsontziende expeditie
der liefde bijvoorbeeld. Dat de terminologie die hij hanteert onder vrienden om
het spel der kinderliefde onder woorden te brengen mijn wenkbrouwen doet fronsen.
Dat hij zich niet hoeft te haasten om de plot te ontrafelen van iets waar zijn
moeder zelf nog steeds geen touw aan vast weet te knopen.
Ze willen naar de film. Ik doe alsof ik het niet gehoord
heb. De mededeling wordt met klemtoon herhaald. “Oh, leuk, naar de film. Ja,
laten we dat nog eens doen.” blijkt niet het verhoopte antwoord. Ik blijk geen
deel uit te maken van de “we” die hij bedoelt. Voor het eerst is zijn “wij” een
andere “wij” dan de mijne.
Ik had het vorige stadium in het opvoedkundig traject nog
lang niet onder de knie. Nu zijn we ongemerkt en onvoorbereid in een nieuwe
fase beland, eentje waar ik nog minder van begrijp dan van alle vorige fases
bij elkaar. Ik hol blind achter voldongen feiten aan.
Deze onwelgekomen fase brengt nieuwe, voorlopig hypothetische, maar wellicht
onvermijdelijke zorgen mee. Over hartzeer en andere soorten verdriet. Over
verkeerd of ongewenst ouderlijk advies versus geen advies.
Heimwee lijkt misplaatst wanneer je kinderen helpt opgroeien.
Toch verlang ik even met weemoed terug naar wat vandaag ver weg lijkt.
Naar opgerispte melk en veel te natte kussen. Naar dolle pret om niets en
dramatische tranen om nog veel minder. Naar mijn rol in het geheel der dingen:
de zon waar al de rest in een onverstoorbaar continuum omheen draaide. Die rol moet ik afleggen, een realiteit die plots, met dank aan het liefje, niet langer te
ontkennen valt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten