Ik raas als een tornado door het huis, mijn
armen vol slaapzakken, gummi laarzen en andere onmisbare kampparafernalia. Het
grootste deel van wat ik inpak zal wellicht onaangeroerd huiswaarts keren.
De zonen zijn hemeltergend
contraproductief. Wat ik inpak wordt weer uit de rugzak gehaald, gescreend,
meestal afgekeurd en vervangen door iets anders, wat ik dan weer ongeschikt
vind voor 5 dagen op het woeste platteland. Gloednieuwe, spierwitte sneakers
bijvoorbeeld. Of een flanellen piama in juli. En waarom mag er geen snoep mee?
En waarom krijgt F een leukere slaapzak dan ik?
Ik foeter en sakker en sjees heen en weer,
alsof we gehaast zijn. We zijn niet gehaast. Maar als ik ga neerzitten moet ik
noodgedwongen stilstaan bij het feit dat ze er straks 5 dagen niet zijn.
De rust en de stilte waar ik nu dagelijks
om smeek valt vanavond als dikke mist over het huis en zijn eenzaam
achtergebleven bewoner.
Geen gekibbel over wie al hoe lang aan de
computer zit. Geen gekrijs over verdwenen Lego-ninja’s. Geen lange gezichten en
eindeloos gepriegel aan tafel. Geen hoopjes rommel en vuile was alom. Geen
ostentatief landerig gehang.
De krant ononderbroken kunnen uitlezen. ‘s
Avonds ongepland het huis kunnen verlaten, terwijl de stad feest. Die vurig gewenste vrijheid zal dubbelzinnig
blijken.
Kinderen zijn er altijd, ook als ze weg
zijn. Wanneer ze niet gillend, gierend of ravottend om je heen dartelen, dan
spelen ze op in je hoofd en je hart, waar ze onrust en een zeurend ontbreken
achterlieten. Fantoompijn.
Wauw Bieke, zelf(s) kinderloos vind ik dit heel mooi...
BeantwoordenVerwijderenHopelijk is de dikke mist gedurende die vijf dagen toch wat opgetrokken en is de krant uitgelezen geraakt.