Ik kwam onlangs achter het bestaan van hygge. Dat kwam zo. Ik stond in mijn
favoriete boekhandel, op zoek naar een boek dat ik niet nodig had en wellicht
pas binnen een jaar zou lezen, gezien de stapel ongelezen lectuur naast mijn
bed, die mij dagelijks verwijtend aanstaart. De boekhandel bleek overbevolkt,
zodat ik niet verder raakte dan de toonbank. Op die toonbank lag een selecte
keure aan lectuur met hygge in de
titel. Er was klaarblijkelijk een hygge-trend
gaande waarvan ik het bestaan tot op dat moment niet had vermoed. Ze moest ze
in groten getale aanslepen, zo wist de eigenaar van de boekhandel mij te
vertellen. Het had iets te maken met Denen en geluk. De Denen, zo weet u
misschien, zijn de gelukkigste bewoners van deze planeet.
De Denen zelf beweren dat hygge niet te vertalen valt.
Zelfgenoegzaam volk. Wellicht komt gezelligheid het dichtst in de buurt.
Het spreekt vanzelf dat wij allemaal even
gelukkig wensen te zijn als die bofkonten van Denen. Vandaar het succes van hygge-boeken vol hygge-tips.
Hoopvol struinde ik door de felbegeerde
boekjes, in de blijde verwachting daar diepere en betekenisvolle inzichten te
vinden voor een gelukkiger leven.
De eerste bladzijde die ik opensloeg hield
verband met glühwein. Dat viel tegen. Ik heb een hekel aan glühwein. Als wijn
lekker is, dan drink je hem zoals hij is. Als hij niet lekker is, dan laat je hem
staan. Opwarmen met bedenkelijke kruidenmengsels maakt van een matig produkt
geen vloeibaar goud.
Na de glühwein volgde een handleiding voor
het weven van papieren hartjes.
Ontgoocheld klapte ik het populaire boek
dicht. Misschien was ik vooringenomen, maar iets in mij wist stellig dat het
weven van papieren hartjes, noch het drinken van warme wijn, mijn levensgeluk tot
ongekende hoogte zou stuwen.
Ik kon verschillende redenen bedenken voor
mijn ontgoocheling. De meest voor de hand liggende was dat al dat gehyggel
marketingonzin is. Het kon natuurlijk ook zijn dat ik geen hyggelig mens ben, bij gebrek aan Deense genen. De derde
reden die ik kon bedenken was een stuk confronterender. Misschien ben ik gewoon
“niet rap content”. Voor minder dan wereldvrede, gelijkheid, iedereen een
leefbaar inkomen en een fikse arbeidsduurverkorting ga ik niet hyggelig doen.
Het is vast niet de bedoeling van al die
gezellige feelgoodboeken, maar ik word kribbig van hippe middenklassemantra’s à
la “wees dankbaar voor wat je hebt of “neem quality time en steek een kaars
aan wanneer je in bad gaat”. Uiteraard moeten we dankbaar zijn voor wat we
hebben als dat bezit pakweg een flatscreen, een jacuzzi, twee auto’s op de
oprit en een designzitbank betreft. Zelf bezit ik geen van de genoemde overbodige items, maar ik ben wel van mening dat ik geweldig bof. Waarom mensen die in een beschimmeld
krot leven, met nauwelijks genoeg te eten en een waterfactuur die hen slapeloze
nachten bezorgt, dankbaar zouden moeten zijn, dat ontgaat mij dan weer volkomen.
Op mijn vaste parcours van Brussel-Centraal
naar kantoor ontmoet ik dagelijks dezelfde dakloze man. Hij woont in een
tochtig portiek, onder een berg vuile dekens. Hij komt uit een ver Afrikaans land
en had zich het leven hier allicht anders voorgesteld. Misschien moet ik hem
vertellen dat het in Denemarken leuker is. Of hem een hygge-boek cadeau doen.
Ik stond vandaag aan die zelfde toonbank met dat boek in mijn handen. Toen ik bij het openslaan zo'n afgelekt interieur zag met kaarshouder gemaakt uit witgelakte metaaldraad wist ik het direct. Niets voor mij dan nog liever de feeling wonen of zo. Grappig het hier terug te zien komen en bedankt voor je engagement. Fre
BeantwoordenVerwijderen