biekesblog


donderdag 28 maart 2019

“It’s just a bike race”


Het gebeurt wel vaker dat koersfilmpjes viraal gaan. De schertsende fratsen van Peter Pan Sagan bijvoorbeeld, zijn vaker wel dan niet bovengemiddeld populair bij wielerfans. Een wheelie hier, een plagerig uitwijkend voorwiel daar, het publiek lust er pap van.
In de categorie “niet leuk” zien we monstercrashes en duizelingwekkende valpartijen langskomen, de ene al griezeliger dan de andere. Vallen suckt, maar geen koers zonder valpartij.  Oh, wat zien we ze stiekem graag tegen het asfalt smakken, die renners. Zolang het maar niet fataal afloopt. Koersfans zijn latente sadisten. Hoe wij ontspannen achterover leunend, met koffie en taart of een biertje, naar lijdende, strijdende en vallende mensen zitten staren op een vrije dag: het heeft iets verdachts.

Zolang ik me herinneren kan wordt er breed en hard gevallen in de koers. Een gladde of wiebelende kassei, een steentje op de weg, een uitwijkende beginner, een moment van onoplettendheid, een competitieve elleboog, en smak: daar liggen ze weer. Een moment van verbazing, een binnensmondse vloek of twee, een snelle check-up van de fiets, een duwtje in de rug en de koers gaat verder. Wie niet verder kan wordt afgevoerd en opgelapt. Pech gehad. Zoals dat gaat.

Wie overeind blijft haalt opgelucht adem, dankt de koersgoden omdat hij er niet bij lag, en rijdt behendig om de ongelukkige vallers heen. Verder, altijd maar weer verder. Geen tijd te verliezen.

Veel van wat je je kinderen leert lijkt waardeloos in de meedogenloze wetten van de koers. Elkaar helpen, zorg dragen voor een ander: daar is geen tijd voor, met 250 kilometer te trappen aan een rotvaart, met een nerveuze ploegleider in je oren en maar drie plaatsen op het schavot in het verschiet. De finish wacht niet. Zelfs niet wanneer een renner die even voordien onderuit ging voor z’n leven vecht. De ongeschreven regels van het wielrennen staan nergens in steen gebeiteld, maar worden zelden in vraag gesteld.

Zo nu en dan zien we een renner die lak heeft aan geplogendheden en gebruiken, aan do’s and don’t’s; eentje die beseft hoe relatief twee wielen en een ruiker bloemen zijn in de context van het echte leven. Het soort renner die je gretig aan je kinderen presenteert als rolmodel voor hoe je hoopt dat zij zich zullen gedragen.

Michael Hepburn is een uitstekend baanwielrenner en tijdrijder. Niet het soort renner waar wielerfans zich opgewonden rond verdringen. Geen ultrabehendige speelvogel, noch imposante puncher en al helemaal geen victoriekraaier. Michael is het soort renner de “It’s just a bike race” onder z’n Twitterprofielfoto heeft staan, een wijs mantra dat we al eens durven vergeten in het heetst van de wedstrijd.
Uitgerekend Hepburn ging viraal, omdat hij na het nipt ontwijken van een snoeiharde crash in de driedaagse Brugge-De Panne niet geroutineerd doorreed, maar afstapte, z’n fiets keurig aan de kant zette, de fiets van een ongelukkig gevallen collega trok, en de verdwaasde collega uit z’n onrustwekkende foetushouding rechtop zette om te checken of hij ok was. Het leek zo doodnormaal, hoe hij dat deed. Maar we wisten allemaal dat het bijzonder was. Pijnlijk bijzonder.

In gedachten zag ik de gezichten van minder fortuinlijk gevallen renners als een diavoorstelling voor m’n netvlies glijden. Ik dacht aan Parijs-Roubaix, de koers der koersen, waar zo intensief gevallen wordt dat niemand kan bijhouden wie waar tegen de vlakte gaat; waar Michael Goolaerts nooit meer aan de start zal verschijnen. Ik ben vergeten hoe vaak er in het commentaarhok werd gezegd dat het allemaal relatief was, maar weet wel dat de wedstrijd altijd doorging. De wedstrijd gaat altijd door. Tot iemand beslist dat hij niet meedoet met die onzin, omdat er iemand in nood is. Tot iemand rustig, maar beslist afstapt en het welzijn van een collega nu even belangrijker vindt.

Michael Hepburn heeft gisteren de koers niet gewonnen. Daar lag hij vast niet wakker van. Hij won wel het hart van heel wat koersfanaten. Blijkbaar zijn we toch niet zulke onverbeterlijke sadisten. Alleen moet iemand ons daar af en toe even aan herinneren. Iemand als Michael bijvoorbeeld.












Geen opmerkingen:

Een reactie posten