‘Kijk ons eens renderen!’. ‘Zie eens
hoeveel werkgelegenheid wij creëren!’
Het lijkt wel alsof de cultuursector zich
eerst grondig over het regeerakkoord heeft gebogen en zich wat economisch en
ideologisch jargon heeft eigengemaakt, voor ze reageerden op de onheilstijdingen
over nakende besparingen.
Ik lees en hoor de verdediging en zucht.
Niet dat ik het niet begrijp. Die verkrampte reflex om je bestaansrecht te
verdedigen wanneer je het in gedrang ziet komen. Die verwoede pogingen om de
taal van de aggressor te spreken, kwestie van elkaar misschien ergens te
ontmoeten. Allemaal heel logisch. Allemaal heel begrijpelijk.
Maar ik word er treurig van.
Als theatergezelschappen moeten gaan
bewijzen hoeveel ze ons opbrengen in harde cash, als musea met hun boekhouding en
publiekscijfers moeten zwaaien om ons duidelijk te maken dat ze een meerwaarde
betekenen voor de samenleving, als muziek zich voornamelijk relevant moet tonen
in cijfers, return en bereik, dan blijft de prangendste vraag onuitgesproken en
dus onbeantwoord.
Nooit werd er een sonate geschreven met als
doelstelling om het Bruto Nationaal Produkt de hoogte in te drijven. Geen enkel
theaterstuk werd geschreven, geregisseerd of gespeeld met economische groei in
het achterhoofd. Niemand schilderde ooit een meesterwerk om de staatskas te
spijzen. Geen enkel schrijver tikt de slotzin van een roman met dollartekens in
het achterhoofd.
Cultuur is geen product. Laat ons dan ook
stoppen met die marketing-speak die iets anders pretendeert.
Cultuur is bewaren wat ooit werd gecreeerd
omdat het iets zegt over wie we waren, over onze identiteit en onze
geschiedschrijving.
Het is met opstaand nekhaar en kippenvel in
een concertzaal staan en nog dagen nazinderen.
Het is onthutst of verdwaasd achterblijven
na een beklijvende theatervoorstelling, die ons en onze samenleving in vraag
stelt.
Het is blij zijn dat wij en onze kinderen
de hele zomer lang van muziek kunnen genieten, in elke uithoek van Vlaanderen,
op pleinen en weiden en in parken.
Het is gepijnigd, maar trots luisteren hoe
onze kinderen viool, gitaar of drums leren spelen aangemoedigd door een
gedreven en begeesterd muzikant.
Het is ook een taal geven aan wie nooit
veel zegt, laat staan gehoord wordt. Het is trots geven aan wie dacht niets te
hebben om trots op te zijn.
We delen allemaal in de trots wanneer de
uitdragers van onze kunsten over de grenzen heen in de prijzen vallen, zoals
voetbalonverschilligen toch oprecht blij kunnen zijn wanneer de Rode Duivels
winnen.
Hoe wij als natie, als volk, worden gezien
door de buitenwereld hangt nauw samen met het uitzicht van ons creatief
landschap.
Cultuur is niet van en voor een elite. Wie
iets anders beweert dwaalt. Een rijk cultuurlandschap is open en gevarieerd.
Het betrekt en bereikt diverse doelgroepen. Van het amateurtoneel in Izegem tot
de meest hermetische voorstelling van De Tijd. Van de Vieze Gasten in de volkse
Brugse Poort tot het internationaal geprezen Rosas. Van aanstormend talent in
een groezelige muziekclub tot op het podium van Rock Werchter. Van de bloemschikcursus
in het parochiecentrum tot het literaire festival in de Vooruit. Van
vernieuwende fictie op de openbare omroep tot experimentele jazz in een
duistere club.
Cultuur is verbinden. Van mensen en ideeën,
van wat mooi en lelijk is, van u en ik en alle anderen. Niet dat we allemaal
hetzelfde moeten vinden en willen. Er is genoeg voor iedereen. Wie vandaag naar
Rock Herk trekt zit binnenkort misschien in de opera. Wie niks heeft met
theater leest misschien wel eens een boek. Wie niet leest bezoekt misschien wel
eens een festival. Dat doen we niet omdat het jobs creëert of de markt
stimuleert. Dan doen we voor de lol, voor de schoonheid en het samenzijn.
Cultuur is een collectief goed. Cutuur is
van ons. Laat u niets anders wijsmaken.
Daar staat geen prijs op. Dat valt niet te
becijferen. Laat ons stoppen met het rekenen, begroten en bewijzen. Laat dat
economisch jargon alstublieft links liggen, want het dekt de lading niet.
Mooi zo bieke!
BeantwoordenVerwijderen