Jetse Bol. Een naam als een Hollands gebakje, ambachtelijks en lokaal, gebakken volgens een oeroud en geheim familierecept.
De Friesche Bol reed jaren lang bij het illustere Rabobank, het latere Belkin, de ploeg die hem in 2014 bedankte voor bewezen en onbewezen diensten, een jaar waarin hij vaker tegen het asfalt lag dan op de fiets zat. Opleidingsploeg Join's-Derijke viste hem op, maar een succes mocht de verhuis niet heten. Tot Jetse, die intussen met zijn Mexicaanse vriendin in Spanje woonde en zich voor het gemak een Spaanse manager had aangeschaft, terecht kon bij het bescheiden Colombiaanse Manzana-Postobon, een ploegje met een bubblegumroze bus, gesponsord door een appelfrisdrankje, waar Spaans spreken een absolute voorwaarde was. Daar stond Jetse, Friezig donkerblond en rijzig te grijnzen tussen de Colombianen. Hij spijkerde z'n Spaans bij alsof z'n leven ervan afhing. Nooit had hij zo hard gestudeerd. Motivatie is een machtige motor.
Maar wat koersten die Colombianen weinig. Te weinig naar de goesting van Bol, met koppige regelmaat Bolt genoemd door de Spaanssprekende wielrennerij, een vergissing die hij na een paar keer corrigeren gemakshalve liet gedijen.
Van verveling stapte Jetse vorig jaar over naar het al even bescheiden en pro-continentale Burgos-BH, een Spaans ploegje met spuuglelijke knalpaarse truitjes, waar hij opnieuw de vreemde Hollandse eend in de bijt is, maar dat goddank een wildcard in de wacht sleepte voor de hoogmis van de Spaanse koers, La Vuelta. Bol blij.
Blijdschap die zich vandaag, in etappe 5 van de Vuelta, vertaalde in een vroege vlucht met reikwijdte. Tot 10 minuten liep Jetse uit op het peloton, vergezeld van ploegmaat en bollentrui Madrazo en José Herrada. Die hoogtestages rond Medellin leverden eindelijk op. Bij de Noorderburen stegen de verwachtingen als strak opgeblazen ballonnen. Zou het echt? Kon het? Was het mogelijk? Zelf begon ik er alvast oprecht in te geloven.
Madrazo loste, maar kwam terug. En loste. En kwam terug. Enzoverder. Jojoënd op twee wielen. Iemand deelde een filmpje van Jetses zoontje Mikel die gefascineerd naar z'n ontsnapte papa staarde op het scherm, en hem met z'n peuterhandje probeerde aan te raken. Ik ging nog harder duimen. Koersfanaten zijn stiekem dol op sprookjes.
Op een krappe 500 meter van de meet perste Angel Madrazo de laatste krachten uit z'n benen en bleef Jetse keurig en loyaal zitten. Madrazo won en weende. Jetse juichte, blij als een kind op Sinterklaas. Andere renners zouden collegiaal grijnzen, maar in stilte balen. Maar Jetse doet niet aan balen en kon z'n vreugde niet op. "Of hij toch echt niet licht ontgoocheld was?", drongen de interviewers aan. Jetse gaf geen krimpje. Winnen ware aardig geweest, maar ach, hij had een geweldige dag gehad.
Over een paar dagen probeert hij het gewoon nog een keer, want je weet maar nooit. Ik weet nu al dat ik ga duimen. Want Bol(t) verdient een sprookje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten