Ik vermoed dat Belgische coureurs door collega’s van elders al eens benijd worden om hun natuurlijke habitat. Een heel seizoen kunnen koersen op een afstandje van niks, een supportersclub in het café van de neef van de bomma en altijd blije mensen die je aanmoedigen. Een habitat waar een Noor of een Rus alleen maar van kan dromen. “Wat doe jij precies? Wielrennen? Nee, maar wat doe je écht?”
Die vruchtbare humusrijke grond heeft helaas ook nadelen. Van zodra je blijk geeft van bovengemiddelde aanleg is het hek van de dam en lig je permanent onder een vergrootglas. Waar en hoe lang je traint, wat je eet, met wie je date en met welke auto je rijdt: elk facet van je monotone bestaan wordt een zaak van staatsbelang die collectieve aandacht opeist. Fietstalent wordt in geen tijd publiek bezit. Ongevraagde adviezen vliegen je om de oren als spervuur. Iedereen weet beter dan jij wat je moet doen en hoe je dat het best aanpakt.
Zelfs de zegen van een onbesproken aanloop kreeg het jongetje Remco niet cadeau. Vijf jaar geleden pas ruilde Remco Evenepoel z’n voetbalschoenen voor een setje klikpedalen. Een jaar later werd hij twee keer wereldkampioen met een verbluffende voorsprong op de rest. Helaas. Het land stond op z’n kop, de camera’s draaiden overuren, een nieuwe vaderlandse tourwinnaar was opgestaan. Overal waar Remco startte moest en zou hij winnen. Van groeien in de luwte kon geen sprake zijn.
Wie met zoveel verwachting op de schouders fietst kan alleen maar verliezen.
Hij kan niet sturen. Hij kan niet dalen. Hij is niet weerbaar genoeg. Hij denkt niet na. Hij zou beter eendagskoersen rijden. Een afknapper. Over het paard getild (de ironie). Over geen enkele coureur zijn meer brutale en gratuite meningen gevallen dan over het wonderkind uit Schepdaal. Want natuurlijk won Remco niet overal en altijd. Natuurlijk maakte Remco fouten. Natuurlijk zat het soms eens tegen of had hij een slechte dag. Natuurlijk viel het kostuum dat hem was aangemeten veel te groot uit, en niemand koopt nog op de groei. Boven het Vlaamse maaiveld wacht de zeis.
Dat Remco de ronde van het Baskenland niet heeft gewonnen kan me weinig schelen. Want daar reed geen wispelturig en overschat jongetje. Daar reed een man die zich kundig en beheerst door duizelingwekkende bochten naar beneden wierp en dapper z’n beste benen pijn deed in de steilste wedstrijd van het jaar. Een feest voor het kritische oog en het wild pulserende wielerhart. Alles deed Remco juist. Chefs wielrennen en analisten die het beter weten zijn vooral ruis in de verte. Ik wens Remco een paar oerdegelijke oordopjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten