biekesblog


dinsdag 27 februari 2018

Kamperen voor kennisfabriekjes

Ze waren een paar jaar uit het nieuws, maar zijn terug van weggeweest: ouders die kamperen voor de schoolpoort om hun kind in te schrijven.
Ik vond het er altijd al vrij bespottelijk uitzien: de rijen vastberaden vaders en moeders, met hun keurig opgestelde klapstoeltjes en thermossen vol koffie en soep, sommigen nu en dan afgelost door een opa of oma met meer tijd, soms zelfs door een betaalde student, kwestie van de duur betaalde plek in de rij niet te laten schieten voor een vergadering of een doktersafspraak.
Alsof er geen scholen genoeg zijn. Alsof de wiskunde en het Nederlands op school A zo fundamenteel anders worden overgebracht dan op school B.
Scholen hebben reputaties, soms min of meer terecht, vaak uitvergroot tot onwerkelijke proporties. De mythe dat school A meer slaagkans biedt aan de universiteit dan school B maakt van ouders niets ontziende pitbulls.

In gedachten tel ik de scholen waar ik de ontluikende bloem der natie mocht onderwijzen in de taalkunde. Ik tel er negen, over een periode van zo’n slordige tien jaar tijd.
Er waren landelijke colleges vol gedweeë witte tieners; er waren stedelijke athenea in verval, waar 70 % aanwezige leerlingen een ongezien succes heette; er waren onoverzichtelijk grote scholen, en scholen waar je iedereen kende na een dag of vijf; er waren katholieke en gemeenschapsscholen.
Als invaller van dienst had ik niet te kiezen met welk materiaal ik aan de slag ging. Handboeken en methodieken werden mij zonder overleg overhandigd en bleken nauwelijks te verschillen. Grammatica en woordenschat, begrijpend lezen en opstellen, er was nauwelijks onderscheid tussen Beveren en Gent, tussen Wevelgem en Zoutleeuw, tussen het college en het atheneum, tussen wit en divers, tussen landelijk en stedelijk. Werkwoorden werden overal op dezelfde manier vervoegd en ik vermoed dat de stelling van Pythagoras ook in elk klaslokaal dezelfde was.
Wanneer je als leerkracht een verschil kon maken, dan was dat vooral door te luisteren en ernstig te nemen, door jonge mensen als volwaardig te zien, in welke richting en met welke schoolresultaten dan ook. Wanneer het verkeerd liep, dan voelde het als falen en bleef de onmacht naspoken.
Ik zag gedreven en uitgebluste leerkrachten, directies met en zonder visie, helicopterouders en onverschillige ouders. Wat ik nooit zag was oprechte democratie en participatie. Wanneer leerlingen zelf mochten kiezen, ging het hooguit over het thema van een projectweek, of de bestemming van een klasuitstap. Eveneens schaars: differentiatie. Wat je motivatie, niveau of interesse ook was: de leerplannen waren heilig. Pech voor wie zich verveelde of niet meekon. Totaal afwezig: ruimte voor psychosociaal welzijn, creativiteit, burgerschap en de nood aan spel. Negen verschillende scholen, negen kennisfabriekjes. Waarom kamperen voor eenheidsworst?

Jaren later moest ik zelf een kind inschrijven. Dat het geen witte uniformschool zou worden, dat stond vast. In het charmant krakkemikkige buurtschooltje bleek er welgeteld 1 autochtoon Vlaams kindje te zitten. Maar het was een klein, zorgzaam en liefdevol schooltje. Dat volstond ruimchoots voor ons. Lezen, rekenen en schrijven kan je overal leren. Graag gezien worden voor wie je bent en worden wilt, dat had ik niet zo gek veel gezien in mijn onderwijsloopbaan.

Ondanks de zorgen en de liefde bleek mijn kind niet te gedijen op school. Hij paste niet in de mal, zoals dat ene, wat geblutste blokje dat je niet in de vormendoos krijgt. Hij verstopte zich onder een tafeltje. Hij speelde niet met de andere kinderen en sprak weinig of niet. Hij fladderde en stuiterde wanneer de anderen in een kringetje zaten. Observatie bracht weinig inzicht. Hij was tenslotte nog een kleuter.
Of we hem niet zouden laten testen. Ik twijfelde. Een etiket zou van mijn kind geen ander kind maken. Dat de wachtlijst 18 maanden bedroeg hielp ook niet echt. En wat moesten we na anderhalf jaar met een diagnose? ‘s Nachts werd ik zwetend en in paniek wakker, met visioenen van een diep ongelukkig, gepest kind; de herinneringen aan gelijkaardige kinderen “die niet in het systeem pasten” als een knoop rond m’n ingewanden.

Ik zag de gezichten voor me van de leerlingen waar niemand raad mee wist: de uitvallers, de van school gestuurden, de spijbelaars, de zittenblijvers, de “lastpakken”, de onverschilligen, de hyperkineten, de stoorzenders, de gedemotiveerden,
de kinderen voor wie we geen pad konden effenen, alle schoolcontracten, sancties, CLB-afspraken en ritalin ten spijt.
Mijn grootste angst was nooit dat mijn kind niet zou leren lezen of rekenen of dat hij er niets van zou bakken aan de universiteit, maar dat hij zich z’n schooltijd zou herinneren als een eenzame kwelling, dat hij zou opgroeien met het idee dat hij niet ok was, dat hij elk spoor van levenslust zou kwijtraken, net als de tientallen leerlingen die niemand had kunnen redden: gelabeld en geklasseerd.

Wij zijn radicaal in de marge gaan staan, buiten het systeem. Het is er niet makkelijker, maar je geeft er wel zelf vorm aan leren en leven. Dat scheelt geweldig in zelfvertrouwen en levensvreugde. Het rare, nukkige, gesloten kind is een rare, blije, sociale tiener geworden. Dus nemen we de thuisonderwijsinspectie, de examencommissie en het getreiter voor lief, zolang we kunnen. Daarbuiten is er geen plaats voor ons, zelfs niet als we kamperen.

Inclusie is een mooi woord, maar klinkt hol zolang niemand zich afvraagt wat we te bieden hebben aan wie niet in de mal van het systeem past.

Ik begrijp dat ouders schijnbaar krankzinnige dingen doen voor hun kinderen. Wat ik niet begrijp is dat iedereen de mond vol heeft over “kwaliteit” en “niveau”, maar niemand wakker ligt van hoe scholen met kinderen omgaan, hoeveel ruimte ze hen geven in hun anders zijn, hoeveel vrijheid leerlingen krijgen om al lerend gewoon zichzelf te zijn, om zich te ontplooïen tot een waardevol mens, in evenwicht en vertrouwen. Voor een onderwijs dat daarin slaagt, daar wil ik wekenlang voor kamperen bij de meest Siberische temperaturen.













Geen opmerkingen:

Een reactie posten