biekesblog


vrijdag 6 september 2019

Stijlloos steil



Vuelta-kijkers kennen ze: van die etappes waarvan je bij het overschouwen van het parcoursverloop al accute rillingen, diarree en hartkloppingen krijgt. Je buik zegt "Yes! Bring it on!", je hoofd zegt "Oh nee, vreselijk!". En ergens daartussen in klopt een hart vol mededogen voor elke wielrenner die geen rasklimmer van 55 kilo is.

De Angliru, een monstercol waar de Vuelta prat op gaat, en waarover al vaker werd gemord, was blijkbaar niet lastig genoeg. Dus vonden de parcoursbouwers van de Vuelta 'Los Machucos', een klim met een naam als een vrolijk muziekinstrument, maar een helling vol horreur. Een slordige 7 kilometer, met stroken tot 25 %. Wie al eens op twee wielen bergop heeft gereden begint spontaan te zweten en te klappertanden bij de gedachte.
Voor dit soort etappes krijgen renners een fiets met extra kleine mountainbikeversnellingen. Anders gaan ze zwalpen, of staan ze stil. Dat kunnen we uiteraard niet toestaan.

Op koersdagen als deze vraag ik me af wie ze zijn, die parcoursknutselaars, die elk jaar op zoek gaan naar de onooglijkste veldwegels, de klunzigst door elkaar gegooide kasseien, de halsbrekendste afdalingen, de steilste paadjes. De meest plausibele verklaring voor het parcours dat de renners vandaag voor de knarsende kiezen kregen, is dat het bedacht werd door mensen die zelf nooit op een fiets hebben gezeten, laat staan beroepshalve. Maar neen. Brein achte deze ongein is Fernando Escartin, voormalig wielrenner, zelf uitermate tevreden over zijn vondst. "De renners zouden blij moeten zijn. We doen het immer ook voor hen", stelde Fernando hulpvaardig. Ik weet niet of er veel renners blij waren. Ik heb wel een vaag vermoeden dat het gros van het peloton hun gevoel van de dag niet meteen als "blijdschap" zouden omschrijven. Na afloop van de thriller-etappe bleven interviews met opgetogen wegkapiteins, puncheurs en sprinters vreemd genoeg uit. Waren ze niet blij dan, de ondankbaren?

Terwijl twee patente Slovenen de boel aan flarden reden gingen mijn gedachten uit naar heerlijke en onmisbare renners als Tim Declercq, Sam Bennett of Tony Martin. Bonkige kerels met dijen als hammen en een navenant gewicht. Een gewicht dat ze vandaag over die rotklim met de verdacht jolige naam dienden te sleuren, omdat iemand had bedacht dat dat goed was voor de kijkcijfers, en dat zij daar "blij" van moesten worden. Ik stel me voor hoe zij vannacht, in hun stoutmoedigste dromen, Fernando Escartin en zijn collega's bovenop 'Los Machucos' vastbinden aan een reusachtige skippy-bal, en hen dan tergend langzaam loslaten.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten