biekesblog


maandag 28 augustus 2023

Sneeuwvlokjes

 Vuelta a España stage 1 report: DSM-Firmenich benefit from early start in  opening TTT - Escape Collective

Wanneer het koersseizoen op z’n laatste poten naar de finish strompelt tasten fanatici nog eens diep in hun buidel vol geestdrift.

Zelf hou ik stiekem meer van de Vuelta dan van zijn twee grote broers. Ik laat mij meeslepen door het besef van het nakende einde: het einde van een zomer die in ieder geval tekortschoot; het einde van alweer een glanzend koersseizoen. 

Ach, Spanje, land vol brutaal en braakliggend landschap dat geen toegevingen doet. Je wordt er niet instant verliefd op, maar leert er onvoorwaardelijk van houden, zoals je alleen van een driepotige straathond met vlooien en streken kan houden.

Bovenal is de Vuelta de ronde van de laatste kansen, waar desperados elke grove morzel grond beschouwen als een ultieme opportuniteit; waar elke etappe zich ontrolt in een broeierige sfeer van lichte waanzin, in de chaos waar de organisatie al decennia prat op gaat.

 

Tegelijk zijn er legitieme redenen om de Vuelta luidop te vervloeken. Chaos is gezellig tot er miserie van komt.

Uitgerekend in het droogste land van Europa, waar de alfalfavelden kraken, draaide het openingsweekend van de Vuelta uit op een kletsnatte tragedie in twee bedrijven.

 

Op zaterdag viel de langverwachte regen met bakken uit de hemel boven Barcelona. Renners gleden als curlingschijfjes over het zompige asfalt in dé ploegentijdrit van het jaar. Alsof dat niet volstond werd het abrupt pikdonker. De laatste ploegen werkten hun tijdrit af in het soort duisternis dat de avondklok inluidt in oorlogstijd. De onfortuinlijke Laurens De Plus werd na een paar kilometers op Spaanse bodem als een slordig belegde pizza in een ambulance geschoven.

Blind reden renners naar de verlossende streep, sidderende reetjes in een donker woud waar het knallen van de jagers galmt. Wie won deed er niet meer toe; wat bijbleef was de angst in rennersogen; wat aandacht vroeg was de kolkende colère van de titelverdediger die zich niet liet sussen voor de huiskamervrede van de brave kijker en het imago van de sponsor.

Ik was blij dat Remco pisnijdig werd en zich geen ruk aantrok van wat de mensen over hem zouden denken. BBelangrijke dingen worden pas gezegd als iemand het durft. Die iemand was niet gevallen en had nog een voltallige ploeg. Die iemand had kostbare seconden gewonnen op zijn rivalen, meer dan hijzelf geplaagd door tegenslag. Remco’s driftbui ging dan ook niet over hem, maar over de onaanvaardbaarheid van de levensgevaarlijke toestand waar hij en zijn collega’s net in hadden geraced. Er is veel, en tegelijk ontstellend weinig veranderd sinds Octave Lapize de organisatoren van de Tour in 1910 voor misdadigers uitschold. 

 

Ook dag twee bracht niet de verhoopte feestvreugde. Noodweer doopte het parcours om tot een waterparadijs. De ASO vond zowaar het bad weather protocol terug, een document dat pas bovengehaald wordt wanneer er sprake is van orkanen en landverschuivingen. Renners roerden zich, organisatoren beten een beetje in het stof, sofakijkers zeurden dat renners tere sneeuwvlokjes waren, renners vielen.

Sinds de beginjaren van het wielrennen hebben meer dan 100 wielrenners de koers niet overleefd. “We zijn maar pionnen in het spel” zei Geraint Thomas cynisch, nadat hij zichzelf een nacht had gepijnigd met schuldgevoel over wat zijn maatje De Plus was overkomen. Misschien had hij wat trager door die bocht moeten gaan, nog beter moeten opletten. Het soort kwellende zelfreflectie waarvan je hoopt dat ze de weg vindt naar de hoogste regionen van de wielrijderij en doorsijpelt naar tal van huiskamers.

Pole position

 Lotte Kopecky verovert wereldtitel op de weg

Wereldkampioen is een prachtig woord. Vier sierlijke, maar krachtige lettergrepen, en uiteindelijk zijn er bitter weinig die het worden: wereldkampioen, de beste van de wereld.

Ik sliep al een paar dagen slecht en onrustig. Want de kans was zo groot, en als kansen luid en aanwezig zijn, dan word ik nerveus. Vanochtend dacht ik aan Yvonne Reynders, pionier en ploeterrenster uit een tijd waarin koersende vrouwen een curiosium waren. Ik dacht aan Nicole Van den Broeck, die het allemaal niet meer heeft kunnen meemaken, vijftig jaar na haar eigen wereldtitel. Nicole die nooit geëerd werd. Nicole die met een paar Russische rensters aan de toog van een café in Barcelona belandde om haar titel te vieren, want het Belgische team had het druk met de trammelant tussen Eddy en Freddy. Sinds die dag heeft het vrouwenwielrennen een hoge vlucht genomen, over veel te veel obstakels en obstructies heen klauterend, een eigen weg zoekend, van een onderzoekend en spelend kind culminerend in een vrouw als een Zwitsers zakmes, een vrouw met een betonnen kop en gouden benen.

 

Lotte Kopecky startte in pole position en als absolute topfavoriet in Glasgow. Ik zou dat zelf niet graag doen, ergens topfavoriet in zijn. Want iedereen kijkt naar jou, je bent nooit op je gemak want iedereen wil wat van je, en je dat je au fond eerder timide bent is geen geldig excuus, dus je overstijgt je remmingen en je drempels, wat bovengemiddeld veel energie van je vraagt.

Er is niets lastiger dan als topfavoriet een wedstrijd winnen. Er is niets lastiger dan winnen wanneer het leven je dwars zit, op allerlei fronten, omdat winnen focus vraagt, en focus is wat je niet over hebt wanneer er zoveel andere dingen zijn die je opslorpen, dingen die een leven tekenen. Wie haar al even volgt kent de winnersblik van Lotte Kopecky, de blik van een hongerig roofdier dat rücksichtloos achter de prooi aangaat, dat zich geen seconde laat afleiden van het einddoel, van de inzet. Ik ken die blik. Ik heb hem al vaak gezien, hij maakt mij nerveus en overmoedig. Hij kondigt oorlog aan; hij zet mijn huis op stelten en jaagt mijn kinderen weg. Lotte‘a clock noemen we het.

 

België is een koersland; nee, hét koersland. Dat was het al lang, een hele eeuw lang, maar in hoofdzaak voor mannen. Koersende vrouwen waren lange tijd een anomalie, een uiting van lelijkheid, excentriciteit en eigenzinnigheid die allesbehalve welkom was. 

Er zijn woorden te weinig om te bevatten wat Lotte Kopecky betekent voor haar sport. De tomeloze inzet van Sanne Cant, Justine Ghekiere en de rest, hun collectieve vreugde na het binnenhalen van die vurig begeerde gouden medaille, na het heersen van de beste wielrenster die we ooit hebben gekend, vertellen een lang en ingewikkeld verhaal, dat je alleen maar kan begrijpen of voelen als je de geschiedenis van de sport kent en begrijpt, een verhaal dat je het best kan plaatsen als je decennia hebt gewacht op eerherstel voor Yvonne, Victoire, Nicole en zoveel anderen; als je hebt gejuicht voor de broeierige, nietsonziende en hongerige blik van een vrouw op een fiets, die rondkijkt, taxeert, inschat, toeslaat. Een blik die hommeles verraadt, die zich niet laat intimideren, die de overhand neemt en doet wat iedereen verwacht alsof het vanzelfsprekend is, ook al is het dat helemaal niet. 

 

Zolang het duurt kijk ik met niets dan bewondering en dankbaarheid naar deze eigenzinnige, koppige en krachtige vrouw, die zich niets in de weg laat leggen; die de weg zelf aanlegt. Laat niemand zeggen dat het simpel was, een zondagspad over rozenblaadjes. Laat niemand iets afdoen aan haar grandeur, aan de betekenis van Lotte Kopecky, heldin en rolmodel tegen wil en dank, maar met meer gratie dan we verdienen.

zondag 30 juli 2023

TdFF2023: Gedane zaken

 Annemiek van Vleuten strijdend ten onder in La Doyenne — Utrechtse  Sportkrant

Geen rijdende receptie of défilé, noch de grandeur van de Champs Elysées voor de vrouwen op hun laatste Tourdag. Wel nog één keer diep in de pijnvoorraad graaien in een gebalde rit tegen de klok, met start en aankomst tussen de ruisende platanen op de Place Verdun in Pau. De nacht voordien hadden wij in onze stoute dromen een bevrijde Lotte Kopecky aerodynamisch naar het podium zien stormen. Wie veel krijgt wil immers altijd meer.

Het voelt heilzaam om ergens in te geloven, je onverzettelijk achter dat geloof te scharen en elke twijfel te weren. Het mooie was dat ons geloof werd gedeeld door vers vaderlands talent dat luidop mee hoopte, talent dat donders goed beseft wat het allemaal te danken heeft aan Kopecky, vaandeldraagster van hun sport in hun land, dat koers ademt, maar koersende vrouwen decennia vol weerzin over het hoofd zag.

Hoop is een zacht gevederd fabeldier. Je neemt het graag op schoot, maar het kan gemeen hard klauwen wanneer het op z’n honger blijft zitten.

 

Marlen Reusser vloog naar verwachting. Demi Vollering deed haar gele trui eer aan. Annemiek Van Vleuten weerde zich kranig. Maar Lotte Kopecky had een missie, reed de beste tijdrit van haar leven en baande zich onbevreesd een weg naar het ereschavot van de Tour, een wonderlijk exploot waar wij een week geleden nooit van hadden durven dromen.

Dat de legendarische en onvergetelijke Annemiek Van Vleuten in haar laatste grote ronde het podium niet zou halen, ook die schokkende onwenteling hadden wij niet zien aankomen.

 

De glorie van de een is het verdriet van de ander. Aan die wrede wetmatigheid valt nooit te ontsnappen.

Tussen zege en nederlaag liggen minuten, soms slechts seconden; futiele flarden tijd. Tijd waar wij achteloos mee morsen, die we uit het oog verliezen, om vervolgens te zeuren dat we er veel te weinig van hebben.

Tijd die zelfs de grootsten vroeg of laat genadeloos op hun plaats zet. Niets is voor altijd.

De tijd van Annemiek Van Vleuten is onherroepelijk voorbij. Een nieuwe generatie staat ongeduldig trappelend klaar. Nu is het hun beurt, hun tijd. Zij hebben geen tijd om te wachten.

Ik hoop dat ze vleugels krijgen, maar niet vergeten wie hen voorging, wie de weg baande, wie het publiek warm maakte voor hen; dat ze hun namen blijven noemen.

TdFF2023: Hoogtepunt

 Vollering kraakt Van Vleuten op Tourmalet en grijpt macht in Tour de France

Stoppen op je hoogtepunt is weinig wielrenners gegeven. Stoppen met koersen is immers lastig. Je hebt nooit iets anders gedaan, je kent niets anders, je kan niets anders, je ziet geen leven voor je zonder koers.

Dus doe je verder zolang het kan, zolang je lichaam luistert, zolang er hoop is op een zege.

De meesten hangen hun fiets aan de wilgen tussen hun 35ste en hun 40ste.

Op 8 oktober wordt Annemiek Van Vleuten 41 jaar. Twee keer wereldkampioen tijdrijden, twee keer wereldkampioen op de weg. Olympisch kampioen tijdrijden. Viervoudig winnaar van de Giro d’Italia, drievoudig winnaar van de Vuelta Feminina en winnaar van de eerste editie van de Tour de France Femmes. Een Palmarès dat niet op een fietsplaatje past.

Ach taaie Annemiek, met haar harkerige stijl en haar krankzinnige trainingsprogramma, zo eentje waar veel mannen niet eens aan beginnen. 

 

Annemiek reed vandaag de laatste bergrit van haar leven, eentje met een ronkende naam bovendien. Geen berg werd zo vaak beklommen door een peloton Tourrenners dan de Tourmalet. Of ze ernaar uitkeek, vroeg een jolige journalist voor de start. “Nee” was het logische antwoord, gezien de wreedheid van de col in kwestie. Niemand kijkt uit naar lijden. Je doet het gewoon, omdat je het kan.

 

De afscheidsbergrit van Van Vleuten moest de ontknopingsrit worden van deze Tour. Het Grote Duel tussen de twee rondekoninginnen zat er aan te komen. Annemiek zweette als een paard. Demi, neus in de lucht, in haar wiel. Geen blik gunden ze elkaar. Annemiek die het op haar heupen kreeg van Demi’s weigerachtigheid en in de remmen ging. Demi die haar niet aankeek. Ijsgekoeld werd de tweestrijd geserveerd.

Het was geleden van de Tour Féminin van 1989 dat ik twee vrouwen zag surplacen op een berg omdat ze elkaar het licht van de zon niet gunden. Dat deze twee over een paar weken samen in één ploeg naar de wereldtitel dingen deed mij medelijden krijgen met de Nederlandse bondscoach.

 

Achter de tenoren reed een select groepje klimmers met daarin Lotte Kopecky, de vrouw die niet zo gek lang geleden een sprinter werd genoemd en helemaal geen klimmer heet. Voor hen uit reed Katarzyna Nieuwiadoma, Kasia voor de vrienden, derde hond in het spel met het been. Dingen die deden dromen van onvermoede stunts.

Een vijftal km voor de meet deelde Vollering de langverwachte genadeslag uit en maakte ze brutaal een einde aan de dromen en aan de heerschappij van Annemiek Van Vleuten, een van de taaiste wielrenners ooit. 

Als zesde over de meet in de mist: Lotte Kopecky, in het geel, stuntvrouw van de dag, voer voor wilde dromen.

zaterdag 29 juli 2023

TdFF2023: Consequent

 Het wielrennen kent velerlei mysteries, die we niet allemaal wensen op te helderen. Wanneer alles helder wordt als een alpenbeekje valt er niets meer te dromen of te fantaseren. Een van de mysteries waarover ik me al decennia het hoofd breek betreft de diepere gronden van het denken en handelen van de UCI, een orgaan waar niemand omheen kan fietsen, maar dat bij momenten meer irriteert dan kwakkelzomers of hittegolven.

🎥 Twintig seconden tijdstraf voor Vollering na grote risico's van SD Worx  en stayeren door lekke band | Indeleiderstrui.nl


Wie al een half mensenleven naar de koers kijkt heeft de zotste dingen gezien en zich ontelbare keren afgevraagd hoe deze of gene actie in vredesnaam mogelijk was en waar de jury was om een of andere gevaarlijke of verboden frats te bestraffen. Elleboogporren en kopstoten; zwiepende sprinters, handgemeentjes na de meet; op hol geslagen en halfblinde ploegleiders achter het stuur, renners aan de klink en bidons met contactlijm. Dingen die passeerden omdat de koers de koers was. Sinds de aanzwellende roep om veiliger en fairdere koers durven juryleden al eens een sanctie opleggen. 

 

Deze Tour de France Femmes lijkt zich te ontrollen als een soort gevorderdenkamp voor juryleden. In 24 uur tijd werden meer zware sancties uitgedeeld dan in 5 jaar mannentour. Ik heb niets tegen strenge sancties. Ik heb wel iets tegen inconsequentie; tegen nu eens zus en dan weer zo, alsof je je kind de ene dag een pond zure beertjes geeft om de volgende dag te preken over het belang van tandzorg; tegen dingen die enkel niet mogen wanneer iemand ze filmt.

Op dag zes werden er twee ploegleiders onverbiddellijk huiswaarts gestuurd, vast beduusd over zoveel accute ernst en daadkracht, na decennia in de coulante mannenkoers. Ik ben nu al benieuwd welke ploegleider er in de nakende Vuelta voor mannen naar huis moet, want dat er drie weken lang niet gestayerd, geblunderd of geplakt zal worden is een sprookje. 

 

Ach, in onzekere tijden verlangt een mens naar duidelijkheid, naar een soort van orde en overzicht, naar een teken van structuur, dingen die men beter elders zoekt dan in de koers.

Waar niemand naar verlangde was een idioot geaccidenteerde finale met een S-bocht en een setje tramsporen in de laatste kilometer, een parcoursgeinigheidje dat door de UCI werd goedgekeurd.

Waar ik al helemaal niet naar verlangde was de zoveelste gemiste kans en gefrustreerde stuurmep van een getergd Lotte Kopecky, opnieuw de pineut van schijnbaar contrasterende belangen en misrekening.

vrijdag 28 juli 2023

TdFF2023: Lamlendig

 As it happened: Bauernfeind wins Tour de France Femmes stage 5, Vollering  receives time penalty

Ville Rouge Albi was al vaak het decor van overgangsetappes in de Tour en blijft een notoire aankomstplek voor wielerhelden, de ene naam al tijdlozer dan de andere. Ik had wel zin in een tijdloze winnaar, eentje in een gele trui met cachet, maar de Tour laat zich niet wensen of gebieden.

Dag vijf, 33 graden Celsius heet en de eerste zieken hadden zich gemeld met maag- en darmproblemen, een lastig te vermijden kwaal waarmee je geen uren op de fiets wil zitten.

Een rondewedstrijd overleven vraagt om een ijzeren gestel en wat geluk. Soms laten beide het botweg afweten.

 

Omstreeks km 70 zag ik de piepjonge Julie De Wilde moederziel alleen achter een potige kopgroep spartelen. Julie die bijna haar nek brak in Parijs-Roubaix, covid kreeg, met een allergie bleef sukkelen, de kerstperiode doorbracht in bed met griep, en vervolgens haar sleutelbeen brak, dit alles in één jaar tijd, alsof het universum en de wielergoden het op haar gemunt hadden. Het ziet er allemaal leuk en lollig uit, al dat gefiets; een leuk betaalde hobby. Maar soms is het gewoon doffe ellende en deemoedig wachten tot je lot keert en de dingen beter gaan.

 

Eerder op de dag hadden wij Marianne Vos zien lossen. Marianne Vos zien lossen en wegzakken doet pijn aan de ogen en het hart. Marianne is groter dan de koers, een icoon, een levende legende, een rolmodel, een vrouw uit één stuk carrara marmer van de duurste soort. Maar zelfs het goddelijke gestel van Marianne Vos is niet onfeilbaar en sputtert in de nasleep van een operatie aan haar bekkenslagader. De koers wacht zelfs niet op Marianne.

 

Ruben en Ine maakten zich omstandig druk over de lamlendige passiviteit van iedereen in de groep die achter de ontsnapte Ricarda Bauernfeind reed, alsof de etappe niet meer was dan een aperitiefhapje voor de Grote Dag op de Tourmalet. Rekenen, sparen, doseren, vooruit kijken: zo worden Tours gewonnen, maar geen ritten. Terwijl 90 % van het peloton een paar ribben verkoopt voor een ritzege in de Tour.

Net op tijd of net te laat werd hogesnelheidstrein Marlen Reusser als derny van dienst naar het front gestuurd. Net lang genoeg om ons kortstondig te doen geloven dat het erin zat, dat niets verloren was, dat het zowaar nog zou kunnen spannen. Ach… het enige dat nog zou spannen was het helmriempje onder de veelzeggend op elkaar geklemde kaken van Lotte Kopecky. Niets dan bewondering voor renners die gedroomde kansen aan hun neus voorbij zien gaan omdat hun eigen ploeg bizarre keuzes maakt, maar niet met hun bidon smijten.

dinsdag 25 juli 2023

TdFF2023: Kaakslag

Julie Van de Velde strandt in zicht van de haven: "Toch overheerst  tevredenheid" | WielerFlits

Er zijn veel soorten koerskijkers. De occasionele kijker (want je wil een beetje kunnen meepraten op het werk en tijdens de barbecue of je verveelt je stierlijk); de toeristische kijker (hoofdzakelijk geïnteresseerd in zonnebloemvelden, vulkanen, kastelen en bergmeren); de basiskijker (stipt de belangrijkste klassiekers en de Tour de France aan in de agenda); de supporterkijker (vurig en onvoorwaardelijk fan van renner x of y, want die is van de streek of is aangetrouwde familie van een achtertante); de gedwongen kijker (lief, partner, familielid van een renner en zou eigenlijk liever iets anders doen, maar ja); de freak (mensen als de auteur van dit stukje die uitkijken naar de Ronde van het Baskenland of de Simac Ladies Tour); de chauvinistische kijker (die de koers alleen de moeite vindt als er een landgenoot wint). Enige overlap tussen deze categorieën is denkbaar.

Een bijzondere categorie, subcategorie van de chauvinististen en de fans, die zich recentelijk vrij luid en zichtbaar manifesteert, is de kaakslagkoerskijker. Immer verongelijkt, steevast tekort gedaan, heilig overtuigd dat hun favoriete renner niet het respect en de ondersteuning geniet waar die recht op heeft; dat die achtergesteld, nee vernederd wordt door ongekwalificeerde en schromelijk onbekwame miscasts van ploegleiders en aanstootgevend egocentrische collega’s die hem/haar gedroomde en vitale kansen ontnemen. 

Het fenomeen is even interessant als irritant, maar neemt vooral veel ruimte in en daar is er al zo weinig van.

 

Wout en Lotte hebben het geluk en de malchance om deel uit te maken van de beste ploeg van het peloton, in beide gevallen een Nederlandse ploeg bovendien, een detail dat er misschien wel toe doet. Ploegen die de zeges aan elkaar rijgen als kraaltjes aan een ketting. Ploegen vol potentiële winnaars en met meer ambitieuze stafleden dan fietsonderdelen. Ploegen die ergeren omdat ze domineren want dominantie, daar houden de mensen niet van. Zelfs wanneer de topfavoriet voor het eindklassement de fiets en de rug dubbel plooit voor hen zijn de kaakslagkoerskijkers ervan overtuigd dat het halfslachtig of met tegenzin gebeurde en dat hun idool beter af zou zijn bij een andere ploeg. Veel mensen zien de werkelijkheid enkel door hun hoogst persoonlijke filter van percepties en projecties. Wat de renners zelf vinden en voelen is ruis.

 

Het zal SD Worx aan hun kont roesten, want geel is geel en winnen is winnen. En winnen zullen ze blijven doen, zeker als de rest van het peloton zich zo compleet laat verlammen door hun soortelijk overwicht dat ze niet eens proberen om hen te verslaan. Daarom alleen al was ik dankbaar voor de panache en de heldhaftigheid van Julie Van de Velde, die zich solo naar de met knokte en haar mooie liedje bijna uitzong.

TdFF2023: Sisser

Liane Lippert wins stage two of Tour de France Femmes after rainswept drama  | Tour de France Femmes | The Guardian

Dag twee en de nauwelijks opgewarmde rensters kregen meteen de meest afmattende etappe voor de wielen. Tussen Clermont-Ferrand en het onbeduidende Mauriac lagen 6 gecategoriseerde colletjes en het hoogste aantal hoogtemeters van de hele Tour. Op en af en op en af en weer op, hobbelend door de Auvergne, van het ene kasteel naar het andere, met een brute kuitenbijter op een kilometer van de finish.

“Misschien wel de koninginnenetappe”, noemde favoriete Demi Vollering de rit op waarschuwende toon. Niemand had met aandacht geluisterd, want om eender welke bizarre reden kregen we pas live beelden om 15u20, ruim twee uur na de start, toen Marianne Vos en Lorena Wiebes al een keer waren gelost en er een setje moedige vluchters was teruggegrepen. De lijst met dramatische en omwentelende feiten die kunnen gebeuren in twee uur koerstijd is langer dan een column.

Aandacht voor het vrouwenwielrennen allemaal goed en wel, maar te enthousiast mogen we blijkbaar ook weer niet worden. Live uitzending van bij de start, een sporza live stream en regelmatige radio-updates zijn merkelijk nog een brug te ver. Heel even, in een onbewaakt moment van frustratie, hoopte ik dat Lotte er een half uur voor de uitzending vandoor zou scheuren na een verschroeiende demarrage. Dat zou ze leren.

 

Niet Lotte, maar drie andere vrouwen gingen er vandoor, en hard ook. Het zag er goed uit voor het trio. Wat er minder goed uitzag was het weer, dat omsloeg als de sfeer op een trouwfeest wanneer de dronken ex van de bruid opdaagt. Iedereen vreest dat het zal gebeuren en wanneer het gebeurt kan niemand weg. Alle sluizen open en een brutale wind; dus dat er gevallen zou worden zag je van mijlenver aankomen.

Twee keer smakte Liane Lippert tegen het asfalt, twee keer krabbelde ze gezwind en zonder kleerscheuren weer recht.

Niets wees er op dat Liane als eerste over de streep zou komen in Mauriac. Alles, inclusief het gemak waarmee Lotte Kopecky omhoog pedaleerde in een groepje waar niemand wilde lossen, wees op een nakende tweede zege van de leidster in haar kanariegele trui. Een uitkomst waar wij niet eens meer van hadden opgekeken, blasé als we zijn.

Zo ver kwam het helaas niet. Lekke banden komen nooit op een goed, maar soms op een uitdrukkelijk slecht moment.

maandag 24 juli 2023

TdFF2023: Hoogglanslak

INTERVIEW. Lotte Kopecky pakt eerste gele trui: “Ik heb geprobeerd om vorig  jaar los te laten” | Het Nieuwsblad Mobile

Lotte Kopecky had nog een gepeperde rekening openstaan met de Tour de France. Een ware beproeving was de eerste geweest. Mooi, zoveel aandacht voor de sport en een zee van geïnteresseerd publiek, maar als je benen je hoofd niet volgen heb je daar weinig aan. Acht dagen had ze door Frankrijk gereden met een bleke waas rond haar neus en met neerwaartse mondhoeken, haar lichaamsgewicht aan zelftwijfel achter op de fiets. Wat deed ze daar? Wie was deze schim van de renster die in het voorjaar de Strade Bianche en de Ronde van Vlaanderen had gewonnen?

 

Toen ze aan de start verscheen in Clermont Ferrand voor de start van de tweede Tour de France Femmes wist ik dat het deze keer anders zou zijn; dat ze haar betere zelf was. Soms ligt zelfvertrouwen als een subtiel laagje hoogglanslak over je vel, alsof je licht geeft.

 

“Er zal wel iemand volgen”, dacht ze, toen ze onhoudbaar wegkletste op de Côte de Durtol. Maar niemand volgde. Dat gebeurt overigens wel vaker wanneer Lotte versnelt. Ze willen wel, maar ze kunnen niet. 

Het ziet er belachelijk gemakkelijk uit. Gewoon even wat harder trappen dan de rest, alsof de rest niet uit topatleten bestaat, die even hard trainen en werken als jijzelf, topatleten die niet enkel je tegenstanders, maar ook je collega’s zijn. Winnen in een ploeg vol winnaars en kampioenen gebeurt niet vanzelf. Je grijpt de eerste kans bij de keel een prooi op je pad, je bijt erin en je lost ze pas over de streep, hoe ver die ook ligt.

 

Terwijl veelvraat Lotte Kopecky met de gele, de groene en de bollentrui op het podium verscheen (een historische gebeurtenis waar we van de VRT slechts de helft van mochten zien) en daar magnetisch stond te stralen dacht ik aan de directeur van de Tour de France Femmes, Marion Rousse, die als wielrenner een hekel had aan het moment waarop ze haar prijs moest ophalen op het podium omdat iedereen dan naar haar keek. Net als Marion Rousse houdt Lotte niet van veel belangstelling. Maar die valt lastig te vermijden als je wint, laat staan wanneer je de Tour rijdt in de knalgele leiderstrui. Ook winnen heeft een prijs.

Benieuwd wie deze blakende Lotte Kopecky uit het geel rijdt voor de Tourmalet opdaagt. 

zaterdag 22 juli 2023

TdF2023: Afscheidsbedevaart

 Tour de Franc: Thibaut Pinot fait ses adieux dans un Petit Ballon en transe  - La Voix du Nord

Ik hou niet van laatste etappes, niet van het onherroepelijke voorbijzijn dat erop volgt. Liever zou ik teruggaan naar start; naar het uur nul van dag 1, toen Parijs nog ver en alles nog mogelijk was; toen elke dag zich gulzig volzoog met vers verlangen naar gebeurtenis.

Het was de Tour van Gino, voor altijd afwezig en toch aanweziger dan ooit; elke dag meegedragen in de hoofden en de harten van de renners. 


Het was de Tour van Jasper die z’n snelste benen en een lelijke groene trui vond op Franse bodem en spontaan streken kreeg van zoveel meeval.


Het was de Tour van de Denen, die heersten met overstoorbaar flegma, een monkel om de lippen als meest uitzinnige uiting van blijdschap.


Het was de Tour van Victor en zijn tomeloze en soms hersenloze strijdlust.


Het was de Tour van de senioren, een eind in de dertig, een cv vol expertise en weerbarstigheid, alles gezien, alles meegemaakt, hoofdschuddend van ongeloof als eerste over de meet bollend.


Het was de Tour van de Spanjaarden die tot hun verbijstering en vreugde drie keer een nationale held toejuichten op dat gele podium waar in geen vijf jaar een landgenoot had gestaan.


Het was de Tour van te veel hinderlijke dollemannen, dronkelappen en dwazen langs de weg, hun broek op halfzeven, hun hoofd leger dan het blikje pils in hun achterzak; voor, achter en naast de renners hobbelend als levende obstakels.


Het was de Tour van de machtsblokken die elkaar geen kruimel gunden.


Het was de Tour van Tadej Pogacar, die met achterstand naar Bilbao reisde, van dag één het zwaard trok, het onderspit delfde, maar niet bloedend bleef liggen.

Het was de Tour van de hardste uppercut die Tadej Pogacar ooit had gevloerd.


Het was de Tour van Jonas Vingegaard, die zich nooit gek liet maken en uitblonk in consistentie.

Het was de Tour van de meest volmaakte tijdrit uit de geschiedenis van de koers, een stilistisch hoogtepunt van zwierige bochten, een opzwepende melodie in velocissimo.


Het was de laatste Tour van Tibaut Pinot, knuffelgeit van alle Fransen, die zijn laatste défilé afwerkte door een erehaag van duizenden kilometers, met apotheose door de Vogezen, waar half Frankrijk zich had verzameld voor een uitzinnige afscheidsbedevaart op de Petit Ballon, om hun held nog één keer prachtig te zien sneuvelen.


Het was de meest slopende Tour in decennia, calvarietocht in 21 staties, processie van uitgewoonde lijven en grauwe gezichten. 


Parijs is nabij. Het is bijna voorbij.