Alle analyses over vetes en afrekeningen tussen de Gentse politieke kopstukken zijn vast interessant voor de mensen die de lokale Gentse politiek niet al jaren nauwlettend volgen, maar gaan we nu echt doen alsof er elders geen haren, soms hele pruiken in de boter zitten; alsof bestuurders en politici van andere steden na elke gemeenteraad hand in hand ‘Vrolijke Vrienden’ zingen rond het kampvuur?
In Kortrijk blokkeren de persoonlijke schepenambities van Vincent Van Quickenborne de lopende coalitiegesprekken. In Antwerpen kan de socialistische partijtop al jaren niet meer door dezelfde deur en offerde de leider van de ene partij die van de andere omdat die met z’n lief was gaan lopen. Wat in pakweg Ranst of Middelkerke gebeurt is al evenmin een toonbeeld van collegialiteit en empathische coöperatie.
Ik ben opgegroeid in een nest met politiek actieve ouders die al eens een lokaal mandaat opnamen en ik zal jullie de dagboekverslagen van hoog oplopende discussies en heimelijke persoonlijke weerzin besparen, maar geloof mij als ik zeg dat er overal mensen in stad- en gemeentehuizen zitten die elkaar niet kunnen uitstaan, dat er overal rekeningen openstaan die vroeg of laat worden vereffend. Want dat is hoe het politieke bedrijf helaas werkt en hoe het zichzelf in stand houdt. Politiek bestaat bij gratie van conflicterende ideeën en heeft vooral macht als doel. Het is geen partijtje dammen.
Wie iets anders gelooft moet De Keien van de Wetstraat van Hugo De Ridder misschien eens lezen of nog een keer naar de Wissel van de Macht kijken op Canvas. De politieke geschiedenis is één lang relaas van oprispende ego’s, dolken in de rug, verraad en revanche. Ik heb het nooit anders geweten en ik zie het helaas ook niet snel veranderen.
Vetes en rancune volstaan dus niet als verklaring voor het débàcle in Gent. Het zal allemaal wel meespelen, maar wie goed heeft gekeken zag maandagavobnd de oprechte verbijstering bij zowel groenen als socialisten. Alsof geen van beiden kon geloven wat er was gebeurd, noch bevatten hoe het zover was gekomen. “Fake”, werd al er al snel geroepen, maar zelfs politici kunnen niet zo overtuigend acteren dat je hen een zakdoek en een schouder wil aanreiken. Hoe was het mogelijk dat de twee grootste partijen van de stad naar eigen zeggen echt, oprecht, serieus met elkaar verder wilden en er toch niet in waren geslaagd om van dat scenario werkelijkheid te maken.
Ik heb intussen elke denkbare en ondenkbare verklaring gelezen, van inmenging van hogerhand tot gewiekste strategie van de liberalen die hun kartelpartners op briljante wijze zouden hebben gerold. Het is allemaal mogelijk tot waarschijnlijk, want een mens schrikt nergens meer van. Maar dan nog zie ik twee enorme obstakels die van dag 1 het voorspoedige verloop van de gesprekken heeft belemmerd.
Het eerste is het eenvoudigs uit te leggen: dat gedrocht van een decreet van Bart Somers. Achteraf gezien is het onbegrijpelijk hoe die waanzinnige hervorming er ooit en zonder luid en veel protest is doorgeraakt, want mijn hemel wat een recept voor drama. Over het afschaffen van de opkomstplicht hebben we het al uitvoerig gehad sinds de ongewenste effecten duidelijk werden. Dat de kiezer meer invloed kreeg over het burgemeesterschap vertaalde zich dan weer in een kiescampagne rond personages in plaats van ideeën, waarbij inhoud plaats moest ruimen voor personencultus.
Als klap op de vuurpijl stelt iedereen nu met spijt vast dat je niet zomaar een coalitie smeedt in twee weken tijd, terwijl de klok genadeloos tikt. Moeilijke en beladen gesprekken voer je niet onder stresserende tijdsdruk, maar in alle rust en sereniteit. Het gaat tenslotte om het beleid van de stad, en welke visies dat beleid vormgeven. Daar ga je niet mee om als met de aankoop van een vaas op de rommelmarkt. “15 euro”. “Ik bied 10.” “12 en ze is van u.” “Deal.”
Het tweede is wat subtieler, maar onderbelicht: socialisten en groenen bevinden zich in twee compleet verschillende realiteiten en opereren elk vanuit een andere logica, één die geworteld is in hun dna en in de geschiedenis van de respectievelijke partijen.
De socialisten zijn wat heet een ouderwetse machtspartij, met als prioriteit het verwerven en behouden van politieke macht. Deelname aan het bestuur en invloed zijn voor hen cruciaal en even belangrijk als ideologische doelstellingen. Machtspartijen gaan doorgaans wat pragmatischer om met hun kernprincipes en zijn sneller bereid die principes af te zwakken of on hold te zetten om op die manier compromissen te sluiten en hun deelname aan de macht te garanderen. Keerzijde van de medaille is dat ze daardoor makkelijker als opportunistisch worden beschouwd en daarom al snel gewantrouwd worden door civiele actoren en burgers die sterk ideologisch gedreven zijn.
De Groenen zijn dan weer een programma- of ideologische partij met focus op het verwezenlijken van de ideologische doelen die aan hun grondslag liggen. Doelstellingen inzake klimaat, milieu en sociale rechtvaardigheid. Inhoud en principes wegen voor hen zwaarder door dan macht. Natuurlijk hebben de groenen al vaak compromissen gesloten om deel te nemen aan coalities en regeringen. Ze zijn dus wel degelijk in staat zich pragmatisch op te stellen om een en ander te verwezenlijken, maar die inhoudelijke doelstellingen blijven wel voorop staan. Macht is geen doel op zich, maar een middel. Keerzijde van de medaille is dat groenen door anderen al snel als dogmatisch of halsstarrig worden beschouwd, zeker door wie principes wat minder hoog en stellig in het vaandel draagt.
Beide manieren om aan partijpolitiek te doen zijn perfect legitiem en verdedigbaar, en hebben voor- en nadelen.
Maar de compleet verschillende uitgangspunten van Vooruit en Groen verklaren een groot deel van de ontzetting die afgelopen maandag op tal van gezichten te lezen viel. Bij Vooruit begrijpt men niet waarom de groenen niet gewoon vlot en snel ja hebben gezegd op de nota die voorlag, want dat is wat zij zouden hebben gedaan in die positie. Bij Groen begrijpt men niet dat de socialisten hen een amper bespreekbare nota onder de neus schoven met daarin een reeks inhoudelijk onverteerbare punten en opmerkelijke hiaten wat betreft natuur- en milieubeleid. Die punten en hiaten raken immers aan de kern van hun bestaan en zijn voor hen niet negociaarbaar.
Met andere woorden: beide partijen begrijpen elkaar volstrekt niet omdat ze elk in se een ander doel beogen en een andere logica hanteren. Als men het meent met de intenties om samen progressief beleid uit te tekenen zullen beiden even uit hun logica moeten treden en die van de ander op z’n minst erkennen en willen begrijpen, voorbij de karikaturen en kwetsuren.
Het goede nieuws is dat het dan misschien weer over inhoud kan gaan. De inhoud die ontbrak tijdens de bitsige campagne, de inhoud die veel burgers niet meer zagen waardoor ze thuisbleven, de inhoud die veel mensen al de hele week elke avond naar de stadshal drijft terwijl ze ook lekker warm thuis in de zetel of op café zouden kunnen zitten, de inhoud die een stad kan maken of kraken.