Koersvoorjaren vliegen voorbij als zomervakanties. Net wanneer je een beetje in het ritme komt zie je de eerste ‘terug naar school’-reclame. Weg sfeer. Tijd is een ontembaar beest. Wanneer je hem wil opjagen slentert hij, wanneer je hem wil tegenhouden galoppeert hij driftig voor je uit.
Weet je nog, die zaterdag eind februari, toen alles nog mogelijk was, toen honderden koersdromen als condens van de wanden van ’t Kuipke stroomden? Wisten wij toen veel hoeveel van die dromen uit elkaar zouden spatten op het brute asfalt nog voor ze enige vaste vorm konden krijgen; hoeveel bittere ontgoocheling er in de verse bidons zou zitten; hoeveel dromenvangers wij zouden moeten missen omdat ze verhakseld in een ziekenhuisbed belandden.
De laatste en oudste voorjaarsklassieker van de mannen eindigde in de valleien van de Vesder, Amblève en Ourthe op de weinig schilderachtige La Redoute, met een fikse versnelling van de meest gedoodverfde winnaar sinds mensenheugenis. Tien dagen koersen, zes keer winnen, een statistiek als een kerkklok. Alle ophef over de winstkansen van Mathieu van der Poel, over de mottige move van een kopgroep die vol doortrok nadat er achterin massaal gevallen werd, en over de koersvervalsing door per abuis gegijzelde ploegauto’s bleek een maat voor niets. Geneuzel in de marge, onbeduidende ruis.
Nochtans gedijt koersliefde bij gratie van het unieke verhaal van elke dappere ziel die besluit ergens te starten. Zo viel er vreugde te rapen in de zilveren ereplaats van Romain Bardet, een schromelijk onderschatte coureur met een hart van handgeschept goud, in de volharding van een schijnbaar ongevaarlijke Maxim Van Gils en in de waarlijk verbluffend onaerodynamische stijl van Mauri Van Sevenant die zich wild zwiepend naar een verdiende vijfde plek stampte. Voor de lieve vrede negeerden wij dat zes renners uit de toptien zich onbetamelijk lang en comfortabel achter de ploegwagen van Bahrain-Victorious hadden geposteerd, een accident de route waarover ostentafief gezwegen werd, want een mens kan niet alle onrechtvaardigheden tegelijk tackelen.
Ik dankte de visionaire zielen die besloten de vrouwen na de mannen te laten rijden, want wie naar spanning hongert zoekt die recentelijk en tot nader order doorgaans beter in het vrouwenpeloton. De kloof tussen top en basis mag er dan nog diep zijn, buitenaards leven is er niet te vinden. Wij maakten ons op voor een strijd tussen Demi Vollering, tourwinnaar en zegeverzamelaar, die het slotakkoord van het voorjaar aanvatte zonder zege op zak (een lastig gegeven voor wie op jacht is naar een nieuw en vet contract), Elisa Longo Borghini, de pitbullversie van het vrouwenwielrennen, en Kasia Nieuwiadoma, consistente publiekslieveling, maar meestal net niet goed genoeg bergop. Maar de dingen liepen anders. Hardrijder Grace Brown, zelfs geen povere ster waard in de voorbeschouwingen en de hele dag in de aanval, bleef ze allemaal voor op de meest genadige dag uit haar carrière. We hebben Romains Bardets en Grace Browns nodig om niet in te dommelen, om niet lui en irrritant hovaardig te worden in onze veronderstellingen. Niets houdt je beter wakker dan het onvoorziene.