biekesblog


dinsdag 8 september 2020

Geen waaiers, maar tranen

 


De ochtend bracht goed nieuws, tot opluchting van wie die nacht matig geslapen had en met klamme handjes aan het ontbijt zat. Geen enkele renner testte positief. Zonde voor de afgeleefde stakkerds die stiekem hadden gehoopt om huiswaarts te worden gestuurd voor de volgende cols.

Wie wel covid-postief testte was de Tourbaas zelf. Christian Prudhomme had zijn representatieve rol iets te letterlijk genomen en her en der een handje te veel geschud. Dat Prudhomme het afgelopen week-end doodgemoedereerd de Franse premier Castex rondreed in de Tourauto, waarna de premier zijn waardering uitsprak voor de keurige manier waarop het publiek de Tour had onthaald, deed al vermoeden dat niet iedereen even goed had opgelet. Président Prudhomme bleek zich in een parallel universum te bevinden, vrij van pandemieën en puberaal publiek.

 

Exit Christian Prudhomme, maar daar maalde niemand om. Alleen renners en fietsen zijn onvervangbaar in de Tour. Bovendien werden er halvelings waaiers voorspeld, een utstekende reden om van bij de start het uiterste puntje van een luie stoel op te zoeken. Helaas zagen wij vooral nervositeit en valpartijen, gedoe dat ik verwacht had, een voorspelling die al snel accurater zou blijken dan mijn bedroevende Tourpronostiek.

 

Over de onedele kunst van het koerspronostikeren kunnen wij enkel vertellen dat het veel weg heeft van wichelroede lopen of tasseografie.

Wekenlang hadden wij statistieken en algoritmen bestudeerd, parcours uit het hoofd geleerd en elkaar doelbewust bestookt met meer desinformatie dan bij de jongste Amerikaanse verkiezingen. Tevergeefs, zo bleek al snel. 

Een goede raad: vertrouw nooit op tips van zelfverklaarde ‘kenners’ als u een koersgokje wil wagen voor de eer, de lol of het goede doel.

 

Geen waaiers dus, maar een belachelijke opeenvolging van valpartijen. Een paar klassementskandidaten kwakten tegen het asfalt en moesten de achtervolging inzetten. Een van ‘mijn’ renners, Formolo, die hoogdringend eens mocht beginnen opleveren, kroop gehavend weer op z’n fiets, z’n rechterschouder in een zorgwekkende hoek. Mijn medelijden won het van mijn frustratie.

Het vallen deed de rust telkens even weerkeren. Renners leren ervaringsgericht, maar hebben een kort geheugen.

 

Terwijl wij geduldig wachtten, naar het scherm turend als duivenmelkers naar de lucht, tastten Michel en José in hun bodemloze zak vol anekdotes uit vervlogen tijden, altijd een veeg teken dat er vooralsnog weinig te beleven valt. Wie al eens koers kijkt op een andere zender begrijpt hoe gezegend wij zijn met onze wielercommentatoren. Het is met commentatoren als met kinderen: ze werken soms mateloos op je zenuwen, je vindt dat ze zeuren, maar zodra ze weg zijn wil je ze terug.

 

Het zou allemaal in de laatste 15 km moeten gebeuren. Helaas. Op 10 km van de meet was er geen waaier te bespeuren en deden wij luidop ons beklag over misleidende weersvoorspellingen. Hadden wij ons echt urenlang paraat gehouden voor een ordinaire massaspurt? Welja. Tot Sammy Bennett spontaan en gegêneerd in tranen uitbarstte na zijn uitgestelde winst. Toen pas herinnerden wij luie, zelfvoldane leeghangers van koerskijkers ons hoe hard renners labeuren, twijfelen en afzien, zelfs zonder waaiers.

1 opmerking:

  1. Schoon. Wat was Sammy aandoenlijk. En blijkbaar héél geliefd in het peloton ook.

    BeantwoordenVerwijderen