biekesblog


donderdag 3 september 2020

Volksverheffing

Sprintetappes zijn de stiefkinderen van de Tour. Potentiële kijkers gaan er niet voor zitten, op de laatste 5 kilometer na, tenminste als ze op tijd wakker worden uit hun koersdutje. Klassementsrenners, de sterren van de show, halen er hun neus voor op. Alleen echte sprinters worden blij van sprinten, tenminste als ze op hun fiets blijven zitten, een niet vanzelfsprekende vanzelfsprekendheid.

Pure sprinters zijn vreemde eenden in de bijt, rondrijdende afwijkingen van de rennersnatuur. Wielrennen is in se een duursport. Een sprinter sleurt honderden kilometers lang z’n gewicht aan nutteloze anaërobe type 2-spieren over berg en dal om hopelijk een halve minuut voor de meet toe te slaan in één welgemikte explosie.

Over de psyche van de sprinter wordt vanalles verteld, niet noodzakelijk waarheden. Dat het alfamannetjes met een kort lontje zijn; dat ze als eksters verzot zijn op al wat blinkt; dat ze fietsen zonder remmen; dat ze niet tegen hun verlies kunnen.

 

Een wielerfotograaf deelde een foto van Caleb Ewan, een wonderlijk soepele en zwierige sprinter die ik nooit van al het bovenstaande zou verdenken. De kuiten van Ewan speelden de hoofdrol in de foto: strakker gespannen dan een bungee-elastiek waar honderd kilo waaghals aan bungelt; een compositie vol expressie. De kuiten van Ewan knipoogden en grijnsden tegelijk. Ik probeerde de kuiten tevergeefs te spotten in het lusteloos keuvelende peloton. Sprinters beschikken over de goddelijke gave van het onzichtbaar opgaan in de massa. Verdwijnen is een kunst die sprinters goed uitkomt: zorg dat niemand op je let, zodat je plots kan verschijnen in een flits.

 

“Er gebeurt geen reet”, verzuchtte Renaat halverwege de etappe, een waarheid als een kudde koeien. Er gebeurde niets van enig belang. Renners fietsten door het landschap als een groep schoolkinderen op begeleide excursie. Ik hoopte bijna dat iemand zou vallen ter animatie, een lelijke gedachte die ik meteen verdrong.

 

Toch horen sprintetappes bij de Tour om tal van redenen. Waar en wanneer krijgt de indommelende koerskijker zoveel gedetailleerde duiding over koersromances, vetes, transfers en akkefietjes als tijdens een slaapverwekkende Touretappe? Op een kleurrijke achtergrond van futloze fietsers leren wij nutteloze weetjes over kastelen, lokale gebruiken, het rijpingsproces van deze of gene Franse kaas of het vervaardigen van eikenhouten wijnvaten; over horlogerie, suikergoed, het café van wijlen de schoonvader van Eddy Merckx of in welke uitspanning ze de lekkerste coq au vin serveren. Lange, vlakke touretappes zijn een unieke vorm van volksverheffing. 

 

Volksverheffend of slaapverwekkend, de laatste kilometer van de sprintetappe brengt doorgaans genoeg instant suspens om het geeuwen snel te vergeten. Vooral wanneer Wout de sprint wint, al was het maar omdat iedereen nu eindelijk kan stoppen met zeuren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten