biekesblog


donderdag 10 september 2020

Piraten

 


De etappe kondigde zich aan als een uitgelezen moment voor de stapel achterstallige administratie of een dutje; zo’n traditionele, oersaaie, waarom-heb-ik-hier-naar-zitten-kijken?-etappe, waarvan de zin wel eens in vraag wordt gesteld. 

Gelukkig heeft elke Tour haar gedreven animatoren: ongeleide projectielen die blind aanvallen, omdat het kan. Of ze geniaal zijn of van lotje getikt weet ik niet goed, maar ik zie ze graag, vooral op dagen als deze, waarop Michel en José diep in hun fichebak en hun stoffige geheugen moeten graaien om ons wakker te houden.

 

Ik gokte op een wanhopige aanval van Jérôme Cousin, rode lantaarn op bijna drie uur van leider Roglic. Jérôme is een prozaïsche jongen. “Ik kan niet sprinten en niet klimmen, dus val ik aan”. Als een voortvluchtige, met het mes tussen de tanden, sjeesde Jérôme de afgelopen week weg uit het peloton, zonder op iemand te wachten. Hij houdt van bikepacken, vernam ik. Logisch. Urenlang alleen kilometers malen, zonder omzien, is de default status van koerspiraten en bikepackers. Het maakt niet uit hoe ver het is of waar de meet ligt, de vlucht zelf is het doel.

Renners als Cousin, die zich stierlijk vervelen in een peloton, moeten het hebben van hun optimisme en van een blind soort kloekmoedigheid. Veel meer dan sympathie en nu en dan een prijs voor de strijdlust levert hun ondernemingsdrang zelden op. Ze rijden meestal voor bescheiden pro-continentale ploegjes met lelijke truitjes en verdienen net hun brood. We zien ze doorgaans in de onderste regionen van het klassement of in de bezemwagen. 

 

Jérôme doet me denken aan die andere rode lantaarn en Tourpiraat, Yoann Offredo, van wie Sammy Neyrinck vorig jaar een roerend portret maakte voor Vive Le Vélo. “Het is alsof er een stemmetje in m’n hoofd zegt: “Stop ermee. Waarom doe je jezelf zoveel pijn? Om laatste te worden? Maar de mensen moedigen me aan, en m’n dochtertjes wachten me op in Parijs. Waarvoor doe je het anders? Als je laatste staat heb je niets meer te winnen en kan je net zo goed opgeven. Maar de koers is een metafoor voor het leven. Ofwel zit je achteraan en help je elkaar, ofwel rij je vooraan en schitter je.”

Koers is geen sport. Koers is filosofie, religie en podiumkunst in één grensoverschrijdende discipline.

 

Piraat en pineut van de dag bleek Mathieu Ladagnous, een renner die z’n eigen ambities jaren geleden heeft opgeborgen in een rommellige lade. Ladagnous glipte weg op kilometer 1. Zodra hij de vruchteloosheid van de onderneming inzag hield hij de benen stil, maar ondanks zijn toeristentempo raapte niemand hem op. Arme Mathieu. Nog 160 km te gaan. Ik hoopte dat iemand hem zou aanmoedigen, dat er aan de meet iemand op hem zou wachten. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten