biekesblog


dinsdag 16 juli 2024

TdF2024: Eeuwig leven

 I've never had as much power in four hours before' - Meet Jonas Abrahamsen,  the Tour de France's breakaway star | Cycling Weekly

Elke Tour krijgt z’n eigen publieksheld, het soort renner die niet meedoet in de strijd om de toptien, maar van aanvallen een doel op zich heeft gemaakt; een jeugdige Don Quijote op twee wielen die de orde verstoort en de wetten tart.

Jonas Abrahamsen speelt die rol overtuigend en met verve. In een etappe die tromroffelend werd aangekondigd als eentje die van bij de start hartstochtelijk zou worden bevochten, sloop Jonas er meteen vandoor. Wat verraste was niet zijn gevleugelde ontsnapping in het middeleeuwse Semur-en-Auxois, maar het feit dat de rest zonder veel tegenspartelen liet gaan, alsof de Noors jeune premier zich gedwee zou laten vangen. Daarvoor had hij zich niet in die bollenoutfit gehesen: bollentrui, bollenbroek, bollensokken, bollenhelm, bollenlogo op z’n fiets en zelfs een bollenbril, zodat er geen enkel twijfel kon bestaan over wie de rechtmatige eigenaar van de bergtrui was. Het parcours voorspelde nochtans dat de dappere rebel het niet zou halen. Even voorbij de start ligt Alise-Sainte-Reine, waar de Romeinen in 52 voor Christus de dappere Galliërs in de pan hakten. Geen goed voorteken.

Het kostte het peloton bijna een complete etappe over golvend en uitdagend terrein om die gekke Abrahamsen tot de orde te roepen.

Terwijl Jonas vastberaden vooruit snelde en het peloton sakkerend op hem jaagde werd het even stil in het commentaarhok. Er was slecht nieuws uit de Ronde van Oostenrijk: Andre Drege, een andere aanvalslustige Noor, mee in de kopgroep van de dag, was zwaar gevallen in de afdaling van de Grossglockner en overleefde de crash niet. Een half uur eerder hielden Renaat en José nog stiekem hout vast nadat ze luidop hadden vastgesteld dat we tot nader order een opmerkelijk veilige Tour hadden gezien. Terwijl zijn ploegleider Jonas Abrahamsen vooruit schreeuwde moest een andere ploegleider duizend km verder de ouders van hun jonge renner het meest ondraaglijke nieuws brengen. Alweer een naam die voor altijd een belofte blijft.

Vaker dan mij lief is vraag ik me af hoe de renners die hun passie overleven gewoon verder durven rijden, over natte en gladde wegen; wegen vol smerig straatmeubilair, lompe betonplaten en eigenzinnige boomwortels; wegen waar dronken mensen staan en zitten en liggen en soms onverstoorbaar lopen; wegen die dalen als glijbanen of skipistes, zonder vangnet in de bochten. Altijd maar verder, naar die witte streep, alsof daar het eeuwige leven voor het grijpen ligt , erwijl niets minder eeuwig is dan het leven van een coureur.

De renner die daaraan denkt stapt voor altijd af. Natuurlijk stapte niemand af. Natuurlijk vochten ze om als eerste over de streep te komen. En morgen doen ze het opnieuw. En dan opnieuw. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten