U las het hier eerst: Harm Vanhoucke wint de Tour de France. Alle andere kandidaten zijn namelijk verhinderd door inderhaast opgelopen virussen, hardnekkige allergieën of aanslepende blessures. Niemand is top, niemand is in bloedvorm en ze hebben allemaal last van hun rhomboideus, hun trapezius of hun arteria pulmonalis.
Weinig dingen zijn vermakelijker dan het verblindende rookgordijn waarachter wielrenners zich proberen te verschuilen aan de vooravond van de Tour de France. Het vraagt jaren ervaring en de focus van een luchtverkeersleider om de realiteit achter de strategische boodschappen te ontwaren. “Ik heb geen idee wat mijn huidige vorm is” betekent “ik ga de stenen uit de grond fietsen”. “ “Top vijf zou heel mooi zijn” is bullshits voor “ik ben hier om te winnen”. “Ik start niet in ideale omstandigheden” is zoveel als “hier met dat geel”.
Dat de vier beste ronderenners van de afgelopen jaren voor het eerst samen aan de Grand Départ staan zwengelde de rookmachine flink aan. Scherper dan een stalen sashimimes, met jukbeenderen waar je een winterjas aan kan hangen, glimlachen ze welwillend naar de camera. Slechts eentje kroonde zichzelf ongegeneerd tot topfavoriet, covid of niet. Bij elke andere coureur zouden we zulks hoogmoedig noemen, maar in het geval van Tadej Pogacar heet het droog realisme. Je kan niet de meest opzienbarende coureur van de wereld zijn en mompelen dat je mikt op een ritje of twee en Nice wil halen. Want Nice halen, dat willen ze alle 176.
Maar de Tour zou de Tour niet zijn zonder beren en schorpioenen op de weg; zonder stormen, hittegolven en hagelbuien die weerloze rennersruggen geselen; zonder toeschouwers die altijd op de verkeerde plek staan om naar de familie te wuiven en hun bacillen recht in je gezicht blazen. Zelfs een achteloos neergekwakte rugzak aan de start betekent een potentieel gevaar. Arme Jan Hirt, die nog voor de start drie halve tanden kwijt was en met een dikke bloedende lip op z’n fiets moest kruipen.
Soms komt het gevaar niet van buitenaf, maar zit in het vanbinnen, in je eigen ingewanden. Zelfs een strak getraind topatletenlichaam valt voor geen haar te vertrouwen. Arme Mark Cavendish, kotsend en zwalpend aan zijn zoveelste laatste Tour begonnen zoals een junkie aan z’n laatste shot, een kruisweg die na 1 statie al voorbij leek. De belangrijkste vraag van dag 1 was evenwel welke wrede onverlaat het een puik plan had gevonden om van etappe 1 een soort dubbele Ardennenklassieker te maken, bij temperaturen rond de 34 graden. Na 130 km was er al een half peloton naar de filistijnen gereden. Bij de overlevers: Romain Bardet, een lieverd van een pensionaris in spe die er dapper van onder muisde, voorin de meest dienstbare derny vond en Frankrijk deed dromen, stressen en zweven.
Ach, in een jaar vol desastreuze crashes kijkt een koersfan anders naar het meest geschifte wielercircus van het jaar. Met evenveel angst als hoop, met meer bedenkingen dan vertrouwen. Laat ze elkaar bekampen alsof hun leven ervan afhangt, maar laat hun leven er in vredesnaam niet van afhangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten