biekesblog


dinsdag 16 juli 2024

TdF2024: Madonna

 San Luca, Bologna

Alsof tweehonderd bloedhete kilometers van Cesenatico naar Bologna niet volstonden werd het puffende peloton op dag 2 niet één, maar twee keer de San Luca overgejaagd. Die San Luca is een klim met Denominazione di Origine Controllata e Garantita etiket. Een rotklim, kortom. Het prachtige rotding slingert venijnig omhoog naar het heiligdom van de Madonna di San Luca, van waar je een adembenemend uitzicht hebt over Bologna en omgeving. Niet dat de renners tijd hadden om kaarsen aan te steken of van het panorama te genieten. Wellicht werd er wel gebeden, tot eender welke Madonna die een potige coureur met zware benen vleugels kon geven. “Elke meter die je aflegt is een meter die je niet meer hoeft te rijden”, zo omschreef Mark Cavendish de essentie van zijn persoonlijke filosofie op folterende klimmersdagen.

Elke meter die je een groep koplopers geeft is dan weer een extra meter die je moet afleggen om ze bij de kraag te vatten. Daar leken ze bij UAE en de andere klassementsploegen volstrekt geen zin in te hebben, tegen de ronkende voorspellingen in. Op 67 km van de finish had ik al lang spijt dat ik mezelf geen koersdutje had gegund. Op ruim negen minuten van de vluchters meanderde een keuvelend en snackend peloton door Imola naar Bologna, alsof er geen punten of truien te rapen vielen. In gedachten hoorde ik parcoursbedenker Davide Cassani geïrriteerd knarsetanden. Had hij zo z’n stinkende best gedaan om voor spektakel te zorgen en dan reden die verrekte saloncoureurs rond alsof ze onderweg waren naar het terras van café ’t Verzetje.

Een heel eind achter dat lusteloze peloton ploeterde Fabio Jakobsen zich een weg omhoog alsof hij 47 kilo boodschappen op z’n bagagedrager had. De martelgang van de onfortuinlijke sprinter deed pijn aan de ogen en het hart van iedere weekhartige kijker. Hoe moest deze jongen in vredesnaam over twee dagen de Galibier over geraken? Alsof Fabio’s kruis nog niet zwaar genoeg was werd het peloton eindelijk wakker en zweepte Victor Campenaerts de troepen op. Rijkelijk laat. Te laat, zo bleek. De buit van de dag was weg.

Terwijl vooraan Kevin Vauquelin de Fransen hun tweede delirium op rij bezorgde had ene Tadej Pogacar dan toch genoeg van het getreuzel. Als door een horzel gestoken sjeesde hij weg op de San Luca, met één van zijn typerende verschroeiende demarrages die niemand volgen kon. Op één man na: de man waarvan niemand wist of hij wel in staat zou zijn om te strijden voor het geel; de man die 85 dagen niet gekoerst had; de man die op 4 april nog bewegingloos in een Baskische bocht lag. Laten wij de wielergoden danken voor het bestaan, de voorspoedige revalidatie en de deelname aan deze Tour de France van Jonas Vingegaard. En er kwam nog meer goed nieuws: Remco Evenepoel liet zich niet intimideren door de gierende banden van de twee tenoren en knokte zich dapper en slim naar de tweede stek. Na dag twee staat de top vier op precies dezelfde tijd in het klassement. Het worden 21 beklijvende dagen zeg ik u.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten