biekesblog


dinsdag 16 juli 2024

TdF2024: Zelfbedrog

 Pello Bilbao abandons 2024 Tour de France on stage 12 as Matej Mohoric  denies rumours of Covid running rampant within Bahrain - Victorious |  CyclingUpToDate.com

Elke grote ronde heeft een medisch bulletin dat uit meer bestaat dan schaafwonden en botbreuken. Wielrenners zijn net als alle duursporters bovengemiddeld vatbaar voor virussen allerhande. Zo gaat dat als je al te lang en te vaak de grens van de uitputting opzoekt en je vetpercentage hooguit 7 % bedraagt. 

Ergens ter hoogte van toerististische trekpleister Rocamadour stapte Pello Bilbao met zichtbare tegenzin in een auto. Je zag hem twijfelen over zijn beslissing, zich afvragen of het wel de juiste was. Alsof beslissingen zich niet pas achteraf laten evalueren. Pello had geen oog voor de idyllische omgeving, noch voor het stadje dat vanop een rots dramatisch boven het kalksteenplateau Causse de Gramat uitkijkt. Rocamadour ontleende z’n naam aan de heilige Saint Amadour, wiens lichaam compleet intact werd gevonden in een bergwand. De dode heilige werd bewaard in een kapel in de hoop dat hij daar zou verrijzen, maar dat kwam er nooit van. Van een ander lokaal boegbeeld, de Zwarte Madonna van Rocamadour, werd lang geloofd dat ze voor wonderlijke genezingen zou zorgen. 

Wie ziek wordt in de Tour rekent net zo goed op wonderen en sleurt zich tegen wil en dank door de dagen, over bulten en bergen, alsof het ploeteren de kwaal vanzelf zal genezen. Maar zelfbedrog komt altijd uit. Nog voor Pello was ook Fabio Jakobsen gelaten van z’n fiets en in de ploegwagen gestapt. De bergen van het Massif Central hadden zijn laatste restje moed verbrijzeld, en een wielrenner zonder moed is als een fiets zonder stuur. 

Het is niet duidelijk waarom de ene rondtrapt alsof elke dag een onvergetelijk feest is, terwijl de andere elke etappe als een kolossaal en onoverkomelijk obstakel voor zich ziet opduiken. We praten veelvuldig en uitvoerig over de benen van een renner. Goeie benen, slechte benen; zware benen; wonderbenen of helemaal geen benen. Een coureur die zegt dat hij de benen niet had maakt dankbaar gebruik van de meest nietszeggende uitdrukking uit het koersjargon. Wat in zijn hoofd gebeurt is immers te ingewikkeld voor woorden en vraagt om schakeringen en formuleringen waar je een lange adem voor nodig hebt, adem die ontbreekt wanneer je er te hard op hebt getrapt.

In de ogen van een renner die opgeeft valt een dik boek te lezen, over de lange en moeizame weg die naar dit ene dode punt heeft geleid; een boek met een verhaallijn die zonder plot valt, alsof de auteur plots geen zin of inspiratie meer had. Zijn ogen kijken niet, maar staren de leegte in, ver voorbij de weg, de auto, de slordig geparkeerde fiets en het meelevende gezicht van de soigneur. Maar de meeste coureurs geven niet op. Zelfs niet wanneer dat logisch, begrijpelijk en zelfs wenselijk zou zijn. Ze staan weer recht, vegen het bloed weg en trekken hun gescheurde truitje recht; ze bijten zo hard als ze kunnen op al hun tanden tegelijk en glimlachen naar de camera als volleerde zelfbegoochelaars. Ze zijn banger van de angst dan van het gevaar, en wanneer ze bang zijn kijken ze hun angst dreigend in de ogen om er zo hard mogelijk naartoe te rijden, als in een intimiderend en bezwerend ritueel. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten