Wie niet beter wist dacht dat de Tour beslist werd op dag 11 met nog tientallen kanshebbers voor de eindzege. Alsof het pelotonconclaaf besloten had dat de kijker compensatie verdiende voor het slaapverwekkende schouwspel van de dag voordien. Het is een mythe dat je energie kan sparen om wat later genereus te verkwisten. Het zou erg fijn zijn als het wél zo werkte, maar tot het zo ver is doen wielrenners koppig alsof.
Bijna iedereen wilde in de aanval, en wel onmiddellijk. Het eerste koersuur was één grote flipperkast waar je oogkramp van kreeg. Na 47 wilde ontsnappingspogingen raakte dan toch een kloek groepje weg, maar niemand gaf hen een schijn van kans, hoe fluks en gezwind ze ook ronddraaiden. De geelgehelmde formatie aan de kop van het peloton maakte snel duidelijk wat de bedoeling was van deze dag. Illusies bleven best netjes opgevouwen in de achterzakjes.
Nochtans stond er geen enkele hoge of erg lange col op de planning. Wel een ontmoedigende reeks korte en venijnige klimmetjes door het Centraal Massief. Op één van die cols had de halve bevolking van de Cantal zich verzameld om hun local hero Romain Bardet op te wachten en uit te wuiven in zijn allerlaatste Tour de France. Een ererondje waar Romain zichtbaar blij de tijd voor nam, voor zover je blij kan zijn wanneer je een halve dag achter de feiten aan fietst.
Sommige Touretappes ontwikkelen zich zoals de uren voor een aangekondigde zware storm. Iedereen haast zich om de tuinmeubels binnen te zetten. Al wat los hangt of staat wordt angstvallig opgeborgen, vastgetimmerd en dichtgevouwen. Poorten, ramen en deuren gaan hermetisch toe. Maar ondanks alle voorzorgsmaatregelen waait het dak van het huis er valt de kastanjeboom op het tuinhuis van de buren. Stormschade kan je beperken, maar niet vermijden. Pas wanneer de wind is gaan liggen kunnen we de schade opnemen. Wat is onherstelbaar beschadigd en wat valt er nog te repareren?
Het schadespoor van de gele wervelstorm vertoonde een grillig patroon. Niet onder de slachtoffers: Jonas Vingegaard, de meest onverstoorbare en weerbarstige stijfkop van deze Tour. Schijnbaar teruggeslagen door een semi-verwoestende aanval, maar geen moment ontmoedigd. Gestaag knokte Vingegaard zich een weg terug naar voren, waar zijn rivaal hem al lang niet meer verwachtte. In de blik van Tadej Pogacar viel geen glorie en victorie, maar verbijstering en frustratie te lezen. Hoe was dit mogelijk? Waar kwam die Deense schaduw plots weer vandaan? Had hij hiervoor z’n hele ploeg opgerookt? Was dit het povere resultaat van een hele dag controleren en intimideren?
Ik begreep hem. Als wij iets niet hadden voorspeld, dan wel dat een aanval van de beste wielrenner ter wereld op zijn eigen lievelingsterrein gecounterd kon worden. Laat staan dat die actie zou resulteren in een fotofinishsprint tussen twee ex-Tourwinnaars. Al helemaal niet dat die sprint gewonnen zou worden door de minst explosieve en favoriete van de twee. Het grootste slachtoffer van de stormschade is misschien wel de moraal van Tadej Pogacar zelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten