biekesblog


dinsdag 16 juli 2024

TdF2024: Pau

 Jasper Philipsen heeft zijn tweede etappezege in Tour de France | Het Parool

Al voor de 75ste keer deed de Tourkaravaan Pau aan, een stad met meer historie dan pretentie. Tot WOI was Pau een mondain kuuroord voor welstellende Britten, maar de villa’s in Engelse stijl zouden plaats ruimen voor hoogbouw en veel charme wegschuren, maar de ideale ligging aan de rand van de Pyreneeën maakte van de stad een blijver in het Tourparcours. Landgenoot Eddy Pauwels, een begenadigd klimmer,  won er twee van zijn vier Touretappes, in 1961 en 1962. Mijn meest recente en levendige herinnering aan Pau is er geen om te koesteren. De tijdrit in de Tour van 2019, het dijbeen van Wout dat aan een nadarhek bleef haken, de schreeuw, het bloed, de consternatie. Koersgeschiedenis bestaat dan ook voor de helft uit malheuren.

Deze keer werd er niet geklommen, noch tegen de klok gereden. Niet dat dat de rit vereenvoudigde of lichter verteerbaar maakte. Wie logisch nadenkt en geen weet heeft van de waanzin die de wielrennerij beheerst zou verwachten dat wielrenners zichzelf wat respijt gunnen vlak voor ze de Pyreneeën ingaan en aan het eind van twee dolle weken, maar niets daarvan. Alle remmen los van bij de start en chaos alom.

Wie niet meer meedeed was Primoz Roglic, voor de zoveelste keer onfortuinlijk door de lucht gekatapulteerd en tegen het asfalt geland, en zodoende te zwaar gehavend om de strijd verder te zetten. Wie bijgelovig is vermoedt al langer dat de Tour en Primoz een vervloekte combinatie vormen. Ooit, in een ver vorig leven, moet Primoz de toorn van de wielergoden over zich heen hebben geroepen. Had hij de parcoursbouwer een klaphark of de Tourorganisator een egocentrische vrek genoemd? Had hij per abuis een Franse chouchou uit het klassement of van de weg gereden? Zelfs de harde kop van Primoz Roglic bleek niet van staal. Een onnozele en perfect vermijdbare tuimelperte tegen een geniepige brok verkeersmeubilair stuurde Primoz voortijdig naar huis.

Organisator ASO stak geenszins de hand in eigen boezem. Ongelukken gebeuren nu eenmaal. Dat zij die wegverhoging beter hadden kunnen aanduiden was niet meer dan ‘een visie’ en allesbehalve een feit. En wisten wij zeurpieten wel wat dat allemaal kost, zo’n stuk verkeersmeubilair weghalen? En beseften wij, onwetende dwazen, wel dat de Franse wegen hélemaal anders zijn dan de Belgische, waardoor beproefde oplossingen, bovendien gratis aangeboden, niet aan de orde zijn? Mijn brein knetterde van zoveel stellige onzin, maar de koers vroeg goddank om mijn aandacht, zodat ik me ook niet meer druk hoefde te maken over het dagelijkse en achterhaalde gejeremieer omtrent de diskwalificatie van rücksichtloze sprinters, dat perfect illustreerde waarom wielrennen de gevaarlijkste sport ter wereld is en nog lang zal blijven.

Terug naar Pau, want daar waren we bijna. En ze reden als gekken alsof er in Pau veel meer lag dan een streep, en de zenuwen gierden en de banden zwiepten en ik kon alleen maar bidden dat iedereen rechtop zou blijven - wat uiteraard te veel gevraagd was - en in stilte bidden om een louterende uitkomst, noem het desnoods karma, want vroeg of laat moet het lot toch iets teruggeven van wat het gestolen heeft van een coureur.

Maar een mens krijgt hoogst zelden wat hij verdient.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten