Het was een etappe die door orakels, waarzegsters, koffiedikkijkers en wieleranalisten met ronkende adjectieven was aangekondigd. Een slopende rit bergop met een moordende rotklim aan het einde, en als slagroom op de aangebrande taart zowaar een steil en onverhard geitenpad. Want de mensen willen spektakel. Wat de renners zelf ergens van vinden is meestal niet relevant.
Geen wonder dat de favorieten voor de
dagoverwinning in hoodzaak uit de groep klassementsrijders kwamen. Geen
zelfverklaarde koerskenner die hier een rol van betekenis zag voor een Belg, of
het zou die gekke De Gendt moeten zijn, van wie je nooit weet of en hoe lang
hij er vandoor gaat.
Als iemand mij gisteren had verteld dat er
vandaag 5 Belgen vooraan zouden rijden in een bergetappe van de Tour, ik had
hem bulderend uitgelachen.
Maar niets liep zoals voorspeld. De koers
was nog maar goed en wel op dreef toen de helft van het onafscheidelijke duo
Timmy en Tommy uitbrak. De andere helft zou snel volgen. “Ik neem morgen een
snipperdagje”, had Tim Wellens gisteren meegedeeld. Ik weet niet wat u verstaat
onder “een snipperdagje”, maar de hele dag snoeihard bergop vooraan fietsen is
wellicht niet het eerste waar u aan denkt. Tommy sleurde Timmy en het
gezelschap als een dolleman bergop, genereus met zweet en moeite. Timmy bleef
de tweede dag op rij tot aan de finale voorin rijden, wat hem naast een dag
extra in de bollen opnieuw de prijs voor de aanvalslust zou opleveren. Best
flink voor iemand die nooit dol was op de Tour. Mocht ik de PR-manager van Lotto-Soudal zijn, ik had al lang een Tommy&Timmy merchandise-lijn gelanceerd, met zweetbandjes, sokken, koffiemokken en t-shirts met daarop 'Tommy&Timmy ontsnappen'.
8 à 9 volle minuten kreeg de kopgroep op
deze Vlaamse feestdag, met Dylan Teuns, Serge Pauwels en Xandro Meurisse
bovenop ons duo. Eindelijk een voorsprong van formaat, na een paar etappes met wel
erg zuinige kloofjes. Vertwijfeling en onrust: zouden ze het redden? En waarom
bleef het zo rustig in het peloton vol favorieten? Wellicht de prijs van de
sloophamer waarmee Sunweb gisteren in het rond zwaaide, en de weinig opbeurende
wetenschap dat er aan het einde een affreus stukje klimmen wachtte.
Aan dat verraderlijke staartje bleven enkel
overlevers Teuns en Ciccone over. In diverse uithoeken van het land werd het uiterste
puntje van stoel of sofa opgezocht.
Op het moment dat de zonen geërgerd kwamen
vragen of ik wat minder luid naar de televisie kon roepen, omdat ze mij in de
tuin konden horen, ploeterde Dylan Teuns zich als eerste over de legendarische
eindmeet, z’n vriendelijke gezicht in een verweerde grimas, al z’n grote tanden
bloot. Die uitstekende Dauphiné was geen toeval. Dylan had een momentje
nodig om tot het volle besef te komen van wat hij daarnet had gedaan. Zelf kon ik
ook wel een nat washandje gebruiken.
En wat te denken van Xando Meurisse van Wanty-Gobert,
die zomaar even derde werd? Mee met de vlucht van de dag in de openingsetappe,
achtste in Epernay, en derde op de Planche des Belles Filles. Ik neem alles
terug wat ik heb gezegd over zijn ploeg en buig deemoedig het hoofd.
Zoals wel vaker in dit soort etappes was
vooral de aankomst van de klassementsrijders veelzeggend. Mikel Landa, de
überklimmer, heeft plannen. Valverde, dunner dan een flitspaal, rijdt voor team
Valverde. Bardet, de renner met armpjes als schoenveters,
gaat alweer die begeerde Tour niet winnen, zijn hyper-toegewijde luitenant Oliver
Naesen ten spijt. Nibali bleek niet de heerser die de Italianen zich dromen. Titelverdediger
Thomas is bijlange niet afgeschreven, tot spijt van wie het benijdt. En van Alfaphilippe
hebben we nog lang niet alles gezien.
Laten we tot slot even een welgemeend
dankwoord uitspreken voor de parcoursbouwers van de Tour, die na de ongezien
slaapverwekkende openingsweek van vorig jaar hebben begrepen dat de Tour niet
enkel gereden, maar ook bekeken wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten