biekesblog


maandag 15 juli 2019

Dag 10: Waaiers en waanzin


Een rustig dagje, schatte ik zelfzeker. Zo’n dag van het genre ‘groep vlucht weg-peloton ontwaakt en jaagt–peloton haalt vluchters terug–massasprint’. Een etappe die zonder malheuren zou gewonnen worden door Ewan, Viviani of Groenewegen. Niet de moeite om verlof voor te nemen. Ik plande een stukje over Berhane en koersland Eritrea, waar heel wat boeiends over te vertellen valt.

Maar toen waren er waaiers, en toen sloegen die waaiers het hele klassement aan gruzelementen, en toen zat niet Groenewegen, maar tourdebutant Van Aert plots aan het front, en toen won de tourdebutant. Je kan gewoon niets meer voorspellen, nergens meer op rekenen. De koerslogica is op.
Excuses ook aan de mevrouw in de laatste wagon van de trein die mij van kantoor huiswaarts bracht, en die ik heb opgeschrikt met een luide oerkreet. Ik kreeg geen hartverzakking. Het was gewoon weer zo’n gekke renner die iets deed dat we niet hadden voorspeld.

In 2016 juichte ik luid toen Thomas De Gendt de Mont Ventoux en al de rest overklaste. Voordien was het 3 jaar geleden dat er een Belg (Jan Bakelants) als eerste over een Tourmeet was gereden. We hebben het jarenlang heel wat gevonden dat er een landgenoot mee zat in een ontsnapping.
Deze Tour is niet halfweg en er staan 3 Belgische ritzeges op de teller. Je kan er gif op innemen dat er straks een groot blik semi-analysten wordt opengetrokken om dit mirakel wetenschappelijk en koerstechnisch te verklaren aan de hand van allerlei ingewikkelde schema’s, statistiek, sportmethodiek en psychologie.

Na de zegekreet van Wout van Aert voelde ik vreemd genoeg een zweem van medelijden. Niet alleen met die arme Elia Viviani, die ongewild koersgeschiedenis schreef door het meest verongelijkte finishgezicht ooit op te zetten toen hij rechts van zich van Aert z’n armen in de lucht zag gooien; een grimas die de verbijstering uitdrukt van iemand waar net een zwerm meeuwen overheen heeft gekakt.
Ook niet met die arme Fransen die hun chouchou en hoop in bange dagen Pinot meer dan een minuut zagen verliezen en collectief aan het jeremiëren sloegen op Twitter. 
Nee, ik dacht aan die arme Christian Prudhomme. De man die dacht een Tour op maat van Romain Bardet uit te tekenen, en langzaam in de mot krijgt dat hij in realiteit de Belgen een geweldige faveur cadeau deed.
Zo’n ronde die afwijkt van het gedoodverfde en slaapverwekkende patroontje (massaprintetappes, cols en tijdritten), die is op het lijf geschreven van jongens die een heel voorjaar over Vlaamse en Waalse hellingen en kasseien denderen. Al helemaal als die jongens niet in een strak keurslijf worden gehesen en wat bewegingsvrijheid krijgen.

Ik ben niet zo’n chauvinist (nooit geweest), maar de 3 Belgische zeges die we deze Tour gepresenteerd kregen, zijn stuk voor stuk juweeltjes. “Kabinetstukjes” om het op z’n Wuyts te zeggen. Stukjes om in te kaderen, boven de eikenhouten schouw te hangen en wekelijks af te stoffen met een proper microvezeldoekje. Teuns die de jonge bergkoning Ciccone klopte. De Gendt die elke koersstrategie en -logica tartte. Van Aert die de beste sprinters ter wereld versloeg. Geen van de drie trok zich ergens wat van aan. Dat je niet kan winnen van een geboren klimfenomeen op een duizelingwekkend steile helling; dat je niet met de wiskundige wetmatigheden van de koers kan spotten; dat je als ex-crosser geen wereldsprinters kan verslaan in een massasprint in je eerste Tour: deze drie hadden er lak aan.

Het kan me niet schelen hoe het komt, maar ik vind het heerlijk. Coureurs die gewoon voluit koersen tot hun tong hun pedalen likt: wat hebben we ze gemist in de Tour; wat zijn ze welkom.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten