Er wordt wel eens gezegd dat het vrouwenwielrennen te snel evolueert. Snel is een relatief begrip. Helemaal als je weet dat vrouwen al even lang koersen als mannen. Toen John Kemp Starley in 1885 de ‘safety bike’ ontwierp, de eerste echte fiets met twee gelijke wielen en kettingaandrijving, werden vrouwen nochtans niet geacht zich bezig te houden met sport en competitie. Maar de komst van de fiets verstoorde die sociale norm. Omdat de nieuwe fiets snel gedemocratiseerd raakte, konden veel vrouwen zich er een aanschaffen en lag sportief fietsen voor de hand.
De eerste wielerwedstrijden waren echte uitputtingsraces: mannen koersten dagen na elkaar tot ze erbij neervielen en kwamen bijna halfdood over de meet. Spannend was het in geen geval. Toen organisatoren doorkregen dat vrouwen ook wilden racen, moest die formule bijgestuurd worden. Men geloofde immers dat vrouwen fysiek ongeschikt waren voor uithoudingssporten. Meerdaagse wielerwedstrijden voor vrouwen werden onderverdeeld in etappes van een drietal uren. Die gebalde formule leverde spannende en spectaculaire koers op: door de kortere inspanning gingen de vrouwen erg snel en konden ze sprintten voor de overwinning. Het vrouwenwielrennen werd dan ook snel populairder dan het mannenwielrennen. Tienduizenden toeschouwers woonden de vrouwenraces bij in arena’s en theaters. Vooral in de VS boomde de sport en verdienden vrouwelijke renners goed hun brood. De beste wielrensters werden zelfs kostwinners, tot afgrijzen van velen.
Een van die wielrensters was de Zweedse Tillie Anderson, die op haar zestiende naar de VS migreerde en daar haar eerste fiets kocht met het geld dat ze verdiende als naaister. Twee jaar later brak ze het werelduurrecord. Ze nam deel aan 130 wielerwedstrijden en eindigde maar zeven keer niet als eerste. Ze was onofficieel wereldkampioene tot 1902, het moment waarop vrouwen geweerd werden uit de wielersport. Haar fenomenale prestaties leverden haar de bijnaam ‘the terrible Swede’ op.
In Europa maakte de piepjonge Belgische Hélène Dutrieu faam door in 1893, op haar zestiende, het werelduurrecord te verbreken en in 1896 de eerste vrouwelijke wereldkampioene wielrennen te worden.
Hun populariteit was van korte duur. Aan het begin van de twintigste eeuw droogde het sponsorgeld en de interesse op. De auto ging met de aandacht lopen, en onder druk van conservatieve krachten zoals de kerk en de wielerbonden werd het vrouwenwielrenen zo goed als verboden.
Meer dan een eeuw en een kwart heeft het geduurd om koersende vrouwen de aandacht en waardering te geven die ze verdienen. “Snel”, laat staan “te snel” ging vandaag enkel op voor Marianne Vos. Wie vindt dat het te snel gaat bedoelt vooral dat hij zelf niet kan volgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten