biekesblog


zaterdag 2 juli 2022

Tourkoorts

Yves Lampaert wint verrassend openingstijdrit Ronde van Frankrijk en pakt eerste gele truiTourverlangen en Tourkoorts vallen niet uit te leggen aan koersonverschilligen, zoals een gepassioneerd padvinder niet uitgelegd krijgt waarom hij zo vurig verlangt naar de muffe tent, de wespensteken en de zwartgeblakerde kampvuurworstjes. 

Zelf zwelg ik gewillig in de opwinding die als een zwerm bijen over een bloemenweide door de dagen gonst. Nog zoveel keer slapen. Nog één keer naar het parcours en het weerbericht ter plaatse kijken, etappes aanvinken. En wachten, als een duivenmelker op z’n prijsbeest.

Tot het startschot galmt laaft de koersfan zich aan previews, speculaties, dopingrazzia’s en de ploegvoorstelling, die weinig voorstelt, maar waar je toch naar kijkt, in de hoop iets op te vangen van de vlinders in de buik van debutanten, de gierende zenuwen in de strot van favorieten, de verwachting die als een prikkend wollen deken over het peloton ligt gespreid.

De Kopenhagers hadden zich massaal verzameld om de popelende renners, maar vooral hun eigen Noormannen aan te moedigen. Vooral die ene dan, een schriel knaapje, dunnetjes uitgerust met het gestel van een veertienjarige. Zo’n jongen waar je spontaan een groot volkoren en een pakje roomboter naar wilt gooien. Jonas Vingegaard heeft evenveel van een Viking als een fiets van een pick-up. Jonas is zo’n jongen van weinig woorden omdat hij ze meestal kwijt is, het type dat er per abuis achter komt dat hij ergens idioot goed in is, maar het nog niet helemaal gelooft. De mensen in Kopenhagen geloofden het wel en zongen Jonas de hemel in. Hopelijk krijgt hij vleugels. Vleugels volstaan helaas niet om het noodlot af te wenden. Virussen en valpartijen kunnen ook de snelste overkomen. De grootste tegenstanders van Jonas zijn niet enkel twee Slovenen, maar zijn eigen zenuwstelsel en zijn afweersysteem. 

 

Het allermooiste aan een Tour is misschien wel de proloog. Strikt genomen is een proloog een inleidende tekst aan het begin van een verhaal. Je kan hem overslaan, maar dat zou zonde zijn, omdat hij inzicht verschaft in de verhaallijn. Koersprologen zijn de amuses voor het zevengangenmaal, subtiele hapjes die de honger aanscherpen en doen watertanden. In ieder geval smaken ze naar meer.

Omdat ze veel vertellen, maar lang niet alles; omdat je weet dat ze slechts de aanloop betekenen van een reeks plausibele en ongeloofwaardige plotwendingen en uitkomsten waar we goddank nog geen weet van hebben. Alles kan, niets is zeker, de mogelijkheden zijn eindeloos.

 

Het jammerlijke van zoveel onbeslistheid is dat het noodlot soms het laatste woord heeft, datzelfde noodlot dat renners doet vallen tot hun spieren bloot liggen, dat toeschouwers of kledingstukken voor jagende wielen werpt en niet op loslopende hondjes let. Dat noodlot, allerminst mijn vriend, gaf de regen vrij spel op de mooiste dag van het wielerjaar, een onvergeeflijke, misschien zelfs doorslaggevende beslissing.

 

Wie geen last had van het noodlot was de vliegende Hollander, een zondagskind, voor de gelegenheid in een ambitieus tijdritpak van 3000 euro gehesen. Noch het pak, noch het nukkige weer volstond om die andere viking uit de Kempen te verslaan. Wout, en niemand anders, zou heersen in Kopenhagen. Dachten we. Dat geel zou hem beeldig staan. Dachten we. Maar de boerezeune uit Ingelmunster zat vol bewijsdrang en reed de tijdrit van z’n leven. De zieltjes die Yves Lampaert verloor na een paar stomme elleboogstoten in de Baloise Tour renden joelend terug in zijn armen na een onweerstaanbaar podiuminterview vol ongeloof en snot.  Niemand had het voorspeld; niemand had het verwacht. Maar je kan er donder op zeggen dat er nog veel meer gebeurt wat niemand had verwacht. Alles kan, alles is mogelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten